X Numismatiek

Fleur Kemmens, Munten. In: W. Roessingh en E. Blom, Boeren of reizigers langs de limes bij Huissen ? Een archeologische opgraving in het plangebied Huissen-Het Riet. blz. 83-90 (ADC ArcheoProjecten Rapport 1659). Amersfoort, z.j.

H.W.J. Derksen, De Boes. Volledige beschrijving met historische bijzonder­heden over de muntslag te Huissen en literatuuropgave. Huissen, 1972. (vouwblad)

A. Noss, Die Münzen der Grafen und Herzögen von Kleve, Münch­en, 1931.
Blz. 16-21, 42-43, 98-99, 223-233, 262-263               Volledig overzicht betreffende de muntslag te Huissen.                     

H. Enno van Gelder, De Nederlandse munten. Utrecht/Antwerpen, 1965.
Blz. 129, 192:         Overzicht van te Huissen geslagen munten.

H. Enno van Gelder, De Nederlandse munten. Utrecht, 2002.
Blz. 141 en 216:     Munt te Huissen.

Die materielle Kultur. In: Rhein und Maas, Kunst und Kultur 800-1400. Köln, 1972. blz. 33-92.
Blz. 60:                         Afbeelding en beschrijving munt van Dietrich VI (1202-1260).

Anton Cruysheer, De muntplaats Nosnen in het graafschap Kleef. In: Jaarboek voor Munt- en Penningkunde jrg. 109 (2022), blz. 43-56.
Huissen als plaats waar in dertiende eeuw gemunt werd.

A.J.B. de Roye van Wychen, Eenige middeleeuwsche munten, noodmunten en zeldzame penningen. Nijmegen, 1848.
Voorwoord, no 1 en 2 en afb. na blz. 20:     Munten van Mechteld van Gelre.

Jos Benders, De muntslag van Mechteld van Gelre (1371-1384). In: Jaarboek voor Munt- en Penningkunde jrg. 106 (2019), blz. 55-77.

P.O. van der Chijs, De munten der voormalige graven en hertogen van Gelderland. z.p., 1852.
Blz. 45, pl VI, no 3:      Zilveren Groot van Mechteld van Gelre te Huissen geslagen.

J.J. Dodt van Flensburg, Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht. Ve deel. Utrecht 1845.
Blz. 55:          1385, verbod om in de stad Utrecht Kleefse guldens te gebruiken die in Huissen zijn geslagen.

Paul Oostervink, De muntvondst te Huissen in één regel. In: De Beeldenaar jrg 37 (2013), nr 3 (mei/juni) blz. 135-137Betreft twee te Huissen in 1956 gevonden gouden guldens.

P. Verkade, Muntboek, bevattende namen en afbeeldingen van munten geslagen in de zeven voormalige Vereenigde Nederlandsche Provinciën, sedert den vrede van Gent tot op onzen tijd. Schiedam, 1848. (facsimile Amsterdam, z.j.)
Blz. 104:                                       Afbeelding van te Huissen geslagen munten.

L.W.A. Blesier, Catalogus der gouden, zilveren en koperen speciën van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, geslagen sedert de Pacificatie van Gent tot het einde der 18e eeuw, Munt - Kabinet van ’s Rijks Munt te Utrecht. (bewerkt door L.W.A. Blesier). Z.p., z.j. [Utrecht 1884]
Blz. 1-29:      Munten van Gelderland, Nijmegen, Zutphen, Culemborg, Batenburg, Zalt-Bommel, Huissen en Elburg.

D. Purmer en A.H.N. van der Wiel, Handboek van de Nederlandse Provinciale Muntslag 1568-1795.     Deel II Gelderland – Friesland – Overijssel. Groningen, 2009
Blz. 156-160:          Munt te Huissen.

H.W.J. Derksen, De munt te Huissen. In: De Gelderlander van 5, 6, 11, 18 en 25 september en 3 oktober 1956.

A.C.M. van Bon, Een Huissense Kwartgroot. In: Med. H.K.H. jrg. 26 (2001), blz. 160-161.

A.C.M. van Bon, Kwartgroot na 600 jaar terug in Huissen. In: Med. H.K.H. jrg 27 (2002), blz. 43.
Betreft het in bruikleen ontvangen van de in bovenstaand artikel beschreven munt.

A. Noss, Die Rheinischen Prägungen der Possidierenden Fürsten. In: Mittei­lun­gen der Bayerischen Numismatischen Gesellschaft XXXIV (1916). (fotomechanischer Nachdruck München, 1973).

Alfred Noss, Huissen als kurbrandenburgische Münzstätte. In: Monatsschrift für Münz- und Schaumünzkunde. jrg. 58 (1923).

In Huissen geslagen munt geveild. In: Med. H.K.H. jrg 3 (1977/1978), blz. 164.

Huissense duit (1611-1613) geveild. In: Med. H.K.H. jrg 6 (1981), blz. 58.

A.O. van Kerkwijk, Huissen als kurbrandenburgische Münzstätte. In: Blätter für Münzfreunde jrg. 58 (1923).

A.O. van Kerkwijk, De munt te Huissen in 1626. (met afb.). In: Jaarboek van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde, deel IX (1922), blz. 1-40.

Huissense valse munter in 1626 in Deventer plechtig begraven. In: Med. H.K.H. jrg. 36 (2011), blz. 124.
Snipper afkomstig uit bovenstaande publicatie.

J.H.F. Zweers en H.W.J. Derksen, De muntslag te Huissen. In: Med. H.K.H. jrg 5 (1979/1980), blz. 330-332.

A.C.M. van Bon en R.J.H. Melchers, Stuiver van Huissen. In: Med. H.K.H. jrg. 30 (2005), blz. 12-13.

Huissense stuiver aangekocht. In: Med. H.K.H. jrg. 30 (2005), blz. 85.

Aanwinsten. In: Med. H.K.H. jrg. 46 (2021), blz. 83.
Betreft een in Huissen geslagen duit en een oord (1611).

Alexander Rothkopf, Erinnerungen an Adam von Schwarzenberg an Hand seiner Hinterlas­senschaften. In: Beiträge zur Oberbergischen Geschichte. Band 5 (1995), blz. 47-65.
Hierin aandacht voor de muntslag te Huissen.

Tom Passon, De munten van Huissen. In: De Muntkoerier jrg. 11 (1982), nr 3 blz. 4-5 nr. 4 blz. 4-5.

Gelders Zilver. Tentoonstelling Gemeentemuseum Arnhem 12 juni - 4 september 1955. Arnhem, 1955.
Blz. 164:        1626, Adam van Heteren, ijzersnijder aan de haagmunt te Huissen.

H. Enno van Gelder, De Nederlandse munten. Aula no 213. Utrecht/Ant­werpen, 1966².
Blz. 129:        Valsemunterij te Huissen

Blz. 192:                       Kleefse munt te Huissen.

Huissense munten in bruikleen. In: Med. H.K.H. jrg. 33 (2008), blz. 121-123.

Duit Huissen. In: Med. H.K.H. jrg. 45 (2020), blz. 85.

Schenking van een in Huissen geslagen munt aan Stadsmuseum Hof van Hessen.

P. Verkade, Muntboek, bevattende namen en afbeeldingen van munten geslagen in de zeven voormalige Vereenigde Nederlandsche Provinciën, sedert den vrede van Gent tot op onzen tijd. Schiedam, 1848. (faksimile Amsterdam, z.j.)
Blz. 104:                       Afbeelding van te Huissen geslagen munten.

C.G. Neijenhuis, Gelderse en Kleefse munten uit de dertiende eeuw in Huissen. In: Med. H.K.H. jrg. 46 (2021), blz. 6, 18-19.

H. Enno van Gelder en Joh. S. Boersma, MUNTEN in muntvondsten. Bussum, 1967. Blz. 108, nr. 211:      Huissense munt.

A.C.M. van Bon, Duit van Hertogdom Gelre uit 1635. In: Med. H.K.H. jrg. 32 (2007), blz. 22-24.

A.C.M. van Bon en Th.G. Gerritsen, Detectorvondsten uit Malburgen. In: Med. H.K.H. jrg. 32 (2007), blz. 177-183.
Betreft o.a. vondsten van munten.

Cor Neijenhuis, Opnieuw een schenking van bijzondere munten. In: Med. H.K.H. jrg. 46 (2021), blz. 115.

H.W.J. Derksen, Historiepenning uit 1780 herinnert aan vormseltoediening te Huissen aan 25.689 katholieken. In: Med. H.K.H. jrg 4 (1978/1979), blz. 53, 87-88, 95.

Noodgeld. In: Med. H.K.H. jrg. 31 (2006), blz. 126.
Foto van in mei 1940 door het gemeentebestuur van Huissen uitgegeven biljet van ƒ 1,-

H.W.J. Derksen, De Boes. Volledige beschrijving met historische bijzonder­heden over de muntslag te Huissen en literatuuropgave. Huissen, 1972. (vouwblad)

J.H.F. Zweers, De boes 50 jaar oud. Geschiedenis van de Huissense carnavalsmunt. In: Med. H.K.H. jrg. 47 (2022), blz. 6-8.

Jan Buijs, krenten, verzamelaars en pap. In: Jubileumbundel ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan van de Numismatische Kring Oost-Nederland 1961-2011. Z.p., z.j. [2013] blz. 26.
Betreft het verzamelen van Prinseboesen.

De graveerafdeling van ‘s Rijks Munt. In: Edelmetaal - uurwerken - edelste­nen jrg. 35 (1981), nr 5 blz. 658-659.
Betreft de uitgifte van de Neercasselpenning in 1979.

Rubbers. In: Med. H.K.H. jrg. 44 (2019), blz. 101.
Betreft twee rubbers gebruikt voor het maken van Neercasselpenning.