VII.A.10. Hollandse Zending
L.J. Rogier, Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw (2 dln) Amsterdam, 1946.
Deel 2 blz. 214-216, 218, 234, 236, 250-251, 277, 387-389, 391, 393, 399, 415-417, 420-421, 451, 505, 743.
Hierin diverse zaken betreffende de Huissense kerkgeschiedenis o.m. aantal katholieken, parochiebestuur, verblijf Johannes van Neercassel.
Gian Ackermans, Herders en huurlingen. Bisschoppen en priesters in de republiek (1663-1705). Amsterdam, 2003.
Hierin verschillende vermeldingen over Huissen, Huissense geestelijken en in Huissen gewijde priesters.
J.H.F. Zweers en E.J.Th.A.M.A. Smit, Reformatie en Contrareformatie in Huissen. Een angel in Gelders vlees. In: S.E.M. van Doornmalen [red.] e.a. Geloven tussen de rivieren. Verkenningen in de Gelderse kerkgeschiedenis. Delft, 1999 blz. 89-103.
Emile Smit en Jan Zweers, Geen varkenskot onverhuurd. Geloofsvluchtelingen in Huissen (1548-1640). In: “Grenzeloos” Inkomende en uitgaande Betuwnaren. Terugblik 18 Jaarboek Stichting Tabula Batavorum. Opheusden, 2017 blz. 93-106.
M.G. Spiertz, L'Eglise Catholique des Provinces-Unies et le Saint Siège pendant la deuxième moitié du XVIIe siècle. Louvain, 1975.
Hierin verschillende vermeldingen betreffende Huissen.
A.J. Maris, Eenige bijzonderheden aangaande de St. Walburgskerk te Arnhem. In: B.M. Gelre XL (1937), blz. 19-42.
Blz. 24: 1600 Twee te Huissen woonachtige kanunniken krijgen een alimentatie toegekend.
L. Keller, Die Gegenreformation in Westfalen und am Niederrhein. Dritter Teil (Publikationen aus den K. Preußischen Staatsarchiven Zweiundsechszigster Band) Leipzig, 1895.
Blz. 157-158: Instructie d.d. 20/30 september 1609 waarbij de magistraat van o.a. Huissen opgeroepen wordt om katholieken en protestanten vreedzaam te laten samenwonen.
Blz. 193-194: Bezwaarschrift van de gereformeerden te Huissen d.d. 3/13 augustus 1611.
H.W.J. Derksen, Huissen: "Oase" voor om geloof vervolgden. In: De Gelderlander van 22 december 1973.
A.J. Maris, De reformatie der geestelijke en kerkelijke goederen in Gelderland, in het bijzonder in het kwartier van Nijmegen. (diss. Utrecht, 1939).
Blz. 90, 169, 180, 217, 243, 332: Huissen.
J.H. Hofman, Doodstrijd des Kapittels van St. Walburg te Arnhem. In: A.A.U. XVII (1877), blz. 225-238.
Blz. 223: Overbrenging van goederen naar het St. Elisabethsconvent.
J.S. van Veen, Arnhem in den tijd van overgang (1578-1590). In: B.M. Gelre. XV (1912), blz. 246-360.
Blz. 285: 1578, juni Arnhemse katholieken vluchten naar Huissen
Blz. 293: 1579, angst voor aanval van katholieken vanuit Huissen op Arnhem
Blz. 306: 1580, Verbod met verkeer met Huissen zonder toestemming van de magistraat
Blz. 309: 1582, verbod om in Huissen de H. Mis te gaan bijwonen
Blz. 318-319: 1584, verbod tot het gaan naar Huissen alsmede over het verblijf van Arnhemse katholieken te Huissen.
F. Goslings, Een en ander uit het verleden der Latijnsche school van Arnhem, tot de tweede helft der zeventiende eeuw. In: B.M. Gelre XXVII (1924), blz. 1-48.
Blz. 12 1579, Sydrach Schott, docent aan de Latijnse school wijkt uit naar Huissen
H.D.J. van Schevichaven, Afval en reductie van Nijmegen. In: B.M. Gelre XIV (1911), blz. 3-52.
Blz. 15: 1585, katholieke secretaris Johan van den Have keert terug uit Huissen naar Nijmegen
Blz. 24: 1587 Nijmegen schenkt twaalf tonnen bier aan die van Huissen in ruil voor vier malder weit.
J.P. Vredenberg, Als off sij onse eigene kijnder weren. Het Burgerweeshuis te Arnhem 1583-1742. Arnhem, 1983.
Blz. 47-48: 1588, Kelk van de St. Antoniebroederschap naar Huissen gebracht
Blz. 151: 1624, september. Gerriken Dercksen overleden te Huissen. Weesvader is zijn erfgenaam.
A.G. van Dalen en J.B.Th. Wolters, Parochie van St. Werenfried te Westervoort in de Geschiedenis. z.p., 1951.
Blz. 57: 1581, vluchtelingen naar Huissen
Blz. 69: 1635, pastoor van Huussen had interesse voor kapel van 't Loo
Blz. 70-71: 1616, pastoor Johannes de Reyser verblijft te Huissen.
P.J. van Bavel, Goederenverwerving en goederenbeheer van de abdij Mariënweerd (1129-1529). Hilversum, 1993.
Blz. 60: Clemens van Huickenhorst vanaf 1580 predikant te Huissen had calvinistische sympathieën.
G.Th. Lemmens, Geschiedenis van de Commanderie. In: Numaga jrg. XXI (1974), blz. 130-176.
Blz. 152: 1591, kerkelijk zilver van de St Janskerk wordt in veiligheid gebracht te Huissen bij de weduwe van Johan Baumeister.
Dalmatius van Heel, Brieven van en aan Nicolaas Wiggers Couseband. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. L (1933), blz. 24-120.
Blz. 26: 1592, Vigerius visiteert Huissen
Blz. 39-40: 1592, Vigerius schrijft Sasbout Vosmeer, dat hij Huissen gevisiteerd heeft.
R.R.A. van Gruting, Lotgevallen van relieken van H. Oswaldus en H. Eusebius uit het bezit van apostolisch-vicaris Sasbout Vosmeer. In: B.M. Gelre LXXXIII (1992), blz. 51-83.
Blz. 53: 1592, Huissen heeft een ketterse pastoor
Blz. 54-55: 1594, Sasbout Vosmeer verblijft in Huissen.
R.R.A. van Gruting, Het lot van de kerkschatten van de Sint Walburgiskerk te Arnhem in de vroege zeventiende eeuw. In: Arnhem de genoeglijkste jrg. 15 (1995), nr. 3 blz. 134-156.
Hierin een tweetal brieven van pastoor Van Everdingen uit 1618.
S.P. Wolfs, Een Dominicaan (van Calcar) als pastoor van Huissen. In: Neerlandica Dominicana jrg. 3 (1948/49), blz. 116-117. Opnieuw verschenen in: Med. H.K.H. jrg. 23 (1998), blz. 124-125.
W. Bronkhorst, Een Dominicaanse “termijn” in Huissen. In: Med. H.K.H. jrg. 23 (1998), blz. 126-133.
A. van Lommel, Brevis Descriptio Status, in quo est ecclesia catholica in partibus belgii. Ab Haeriticis Occupatis, anno 1616. In: A.A.U. I (1874), blz. 208-226.
Blz. 211: Hussiensem.
Ph. Rovenius, Descriptio Status in quo nunc est religio catholica in confoederatis Belgii provinciis A° 1622. In: A.A.U. XX (1893), blz. 349-381.
Blz. 365: Beschrijving van St. Elisabethsconvent en parochie.
J.S. v[an] V[een]. Verkapte roomsch-katholieken. In: B.M. Gelre XXX (1927), blz. 250.
Wering van het kerken van Arnhemse katholieken in Huissen in 1623.
J. Barten, De korte kroniek van de Jezuïetenstatie van de Over-Betuwe. In: Archief van de Katholieke Kerk in Nederland 15 (1973), blz. 255-262.
Blz. 256: Huissen en Hulhuizen uit antipathie niet genoemd.
A. van Lommel, Opvolging der Jesuiten als Missionarii in eenige steden en dorpen van het tegenwoordig aartsbisdom van Utrecht. In: A.A.U. III (1876), blz. 271-287.
Blz. 275: Jacobus Som Huissen
Blz. blz. 53: 1592, Huissen heeft een ketterse pastoor
Blz. 54-55: 1594, Sasbout Vosmeer verblijft in Huissen
Blz. 287: 1802-1838 Hubertus Huberts te Huissen.
J. Barten, Het proces van Jonker Arent thoe Boecop S.J. Hagiograaf en martelaar II De gevangenneming. In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, 4 (1962), blz. 41-55.
Blz. 45: 1621, Boecop vlucht via Huissen
Blz. 49: Protestants geleide rijdt om Huissen heen.
A.G. van Dalen, De recatholicering in het algemeen. In: A.A.U. LXXIII (1954-55), blz. 76-158.
Blz. 78-82: Missie vanuit Huissen begin 17e eeuw
Blz. 122: Huissen t.o.v. missiegebied
Blz. 161-162: Kaart met daarop Huissen.
A.G. van Dalen, Uit de kerkgeschiedenis van Loo. Zevenaar, z.j.
Blz. 7: 1622, missie vanuit Huissen
Blz. 8: Vóór 1620, Jezuïet Jan de Reyser in Doesburg en Huissen.
A. van Lommel, Historische Bescheiden omtrent de overeenkomst of concordia getroffen anno 1624 tusschen den Apostolischen Vicarius Philippus Rovenius en Florentius à Montmorency, provinciaal der jesuiten der Nederduitsche Nederlanden. In: A.A.U. IV (1877), blz. 242-370.
Blz. 311: Huissen.
Relatio Visitationis Missionis S.J. in Hollandia. A Pe Guilielmo Bauters, jussu Ri pis Jacobi stratii provincialis flandro-belgicae per Belgium, Dom° Fabio à Lagonissa, Archiepo compsano etc Exhibita, Bruxelles - A° 1628, Mense Augusto. In: A.A.U. VI (1879), blz. 222-256.
Blz. 233-234 1624, Jezuïet Theodorus Tack (1571-1624) begraven in het St. Elisabethsconvent.
F. van Hoeck, De Jezuïeten-statie te Doesburg. In: A.A.U. LXVII (1948), blz. 138-170.
Blz. 141: 1629, Theodorus Tack begraven te Huissen.
N.J. Tops, De heffing der Spaanse contributiën tot 1635 in het oosten van de Republiek of de “landbederfelijke” rol van Grol, Oldenzaal en Lingen. In: B.M. Gelre LXXVIII (1987), blz. 34-64.
Blz. 54: 1624, Evert Kempink uit Arnhem kerkt te Huissen.
J.W. Staats Evers, Johannes Fontanus (1577-1615) en zijn tijd. Arnhem, 1882.
Blz. 86: 1629, Arnhemse magistraat verbiedt het kerken in Huissen en Hulhuizen.
P. Placides, Twee verslagen over de toestand der Hollandse Missie van de Apostolisch Vicarus Philippus Rovenius aan de Infante Isabella. In: A.A.U. LXVIII (1949), blz. 221-247.
Blz. 234: 1630, drie priesters in "Huissemu".
W.F.N. van Rootselaar, Amersfoort. Godsdienst en Onderwijs 1588-1680. In: A.A.U. XIII (1885), blz. 423-427.
Blz. 426: 1632, pastoor Bloem naar Huissen uitgeweken.
J.H.P. Kemperink, Johan van Ingen; Geschiedenissen. In: A.A.U. LXXIV (1956), blz. 1-155.
Blz. 138: 1632, Mr. Willem Bloem, pastoor van Amersfoort bevindt zich te Huijssen.
J. Barten, Helden en slachtoffers van naastenliefde. In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland, 10 (1968), blz. 149-175.
Blz. 164: 1635, Johannes de Heer laat zich in Huissen voor pest verplegen.
Amersfoort. Godsdienst en onderwijs (1580-1630). In: A.A.U. XXV (1898), blz. 427-465.
Blz. 443: 1641, Johan Baptista van Langevelt onderpastoor van Huissen.
J.J. Poelhekke, Nijmegen, Gelderland en de "Grote Vergadering" van 1651. In: Numaga jrg. XVI (1969), no 2.
Blz. 83 en 93: Over bezwaren van de Nijmeegse classis tegen het "dagelijkse uitgaan" van roomsgezinden naar Huissen en Hulhuizen
Blz. 86: Over het uitwijken van de priester Johannes a Castro naar Huissen, waar hij blijkens een missieverslag in 1639 werkte.
Godsdiensttwist in trekschuit. In: De Gelderlander van 10 maart 1955.
J.C. van der Loos, Kerkgeschiedenis van Zuid-Beverland. In: Haarlemsche Bijdragen Bouwstoffen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. LII (1935), blz. 161-294.
Blz. 173: 1640, Pastoor Griffinius uit Goes vlucht naar Huissen waar hij op 27 januari 1641 overleed.
A. van Lommel, Relatio seu descriptio status religionis catholicae in Hollandia etc quam romae collegit et exhibuit alexandro septimo et cardinalibus congregationis de propaganda fide, Jacobus de la Torre sept. 1656. In: A.A.U. X (1882), blz. 95-240.
Blz. 209: Hussiense
Blz. 210: Hussiae
Blz. 213: Hussia.
J. Wolters, De gemeente Bemmel in het Land van Over Betuwe. Bemmel, 1954.
Blz. 140-145: Katholieke missie vanuit Huissen
Blz. 152-153: Missie door de Huissense kapelaan.
P. Gerlach, Stukken betreffende de opleiding der geestelijkheid in de Hollandse Missie. In: A.A.U. LXVII (1948), blz. 15-133.
Blz. 98: 1641, 27 januari. Johannes Griff(inius) overleden te Huissen
Blz. 105: M. Theodorus Cygneus (de zwaan) werkt te Huissen in de 17e eeuw
Blz. 110: Studenten onder andere uit Huissen.
John B. Knipping, Iconography of the Counter Reformation in the Netherlands. Nieuwkoop / Leiden, 1974
Blz. 479: Afbeelding van het schilderij “De Genadestoel” van Jan van Bijlert.
Gian Ackermans, Herders en huurlingen. Bisschoppen en priesters in de Republiek (1663-1705). Amsterdam, 2003
Hierin een groot aantal vermeldingen van in Huissen geboren of gewerkt hebbende priesters.
L. Ceyssens, Johannes van Neercassel en de Mariadevotie. In: A.A.U. LXIV (1940), blz. 1-50.
Blz. 24: December 1674 - januari 1675 Neercassel reist van Antwerpen naar Huissen.
E.J.Th.A.M.A. Smit, Neercassel en Huissen (1675-1679). In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland 17 (1975), blz. 203-225.
H.W.J. Derksen, Huissen was 1714 dagen "bisschopstad" In: Med. H.K.H. jrg. 2 (1976/1977), blz. 44-45.
E.J.Th.A.M.A. Smit, Neercassel, Huissen en de Hollandse Zending. Uitgave ter herdenking van het verblijf van Apostolisch Vicaris Johannes van Neercassel te Huissen 1675-1679. Huissen, 1979.
B.A. van Kleef, Geschiedenis van de oud-katholieke kerk van Nederland. Assen, 1963².
Blz. 81: 1674, Neercassel vestigt zich te Huissen
Blz. 90: 1679, Codde door Neercassel naar Huissen geroepen
Blz. 224: Noot 3 bij hoofdstuk V gaat in op het St. Elisabethsconvent en de kerkelijke en staatkundige indeling van Huissen.
J.J. Graaf, Het Archief van het Oud-Kapittel van Haarlem. Hoe bijeengekomen en bewaard ? In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. XXXVIII (1918), blz. 263-316.
Blz. 282: 1676 en 1677, Neercassel hield twee kapittelvergaderingen in Huissen.
E. van Kessel-Schulte, Weninia en Agatha van Heussen de klopjes van "De Liefde". In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland 10 (1968), blz. 249-280.
Blz. 263-264: 1678-1679 Neercassel ziek te Huissen en zijn vertrek.
(B. Pesser van Velsen), Brevis ac compendiosa Relatio seu potius annotation visitationis per Daventriensem pottissimum diovesim anno Dom 1686 ab III ac Rev. D. Joannes Neercasselio episcopo Castotiensi. Z p., z.j.
Verslag van een bezoek o.a. aan Huissen.
P.J. Meij (e.a.), Geschiedenis van Gelderland, boek II. Zutphen, 1975.
Blz. 355: 17e eeuw voortbestaan van het Huissense klooster.
Blz. 364: 1675, Neercassel te Huissen
Blz. 369: 1686, Neercassel te Huissen
1675-1679 Codde te Huissen
Blz. 370: 1708, godsdienstige verdeeldheid in Huissen
Blz. 371: 1727, Van Bijlevelt te Huissen begraven
Blz. 380: 1780, Busca vormt te Huissen 23.689 mensen.
G. van Nimwegen, Stensen und die Nachfolge Neercassels. In: Stenonia Catholica, no 2 (1956), blz. 55-58.
P. Polman, Romeinse Bronnen voor de kerkelijke toestand der Nederlanden onder de apostolisch vicarissen 1592-1727. Deel III: 1686-1705. (R.G.P. Deel 94), ’s-Gravenhage, 1952.
Blz. 20: 1686, levensbeschrijving van Codde met de vermelding van zijn verblijf te Huissen
Blz. 364: 1675, Neercassel te Huissen
Blz. 369: 1686, Neercassel te Huissen
Blz. 369: 1675-1679 Codde te Huissen
Blz. 654: 1702, Hellingh, Van der Borch, Hollen, Roskam, en Tock richten zich tot internuntius Bussi
Blz. 723: 1703, pastoor Fox te Amsterdam bericht Keulse nuntius dat Hollen pastoor Van der Borch is opgevolgd
Blz. 757: 1704, De Cock meldt Propaganda, dat Hollen zijn pastoraat uitoefent op gezag van Roskam.
Blz. 370: 1708, godsdienstige verdeeldheid in Huissen
Blz. 371: 1727, Van Bijlevelt te Huissen begraven
Blz. 380: 1780, Busca vormt te Huissen 23.689 mensen.
Elisabeth van Kessel-Schulte, De jeugdjaren van Hugo van Heussen. Gemankeerd opvolger van Neercassel. In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland. 8 (1966), blz. 62-91.
Blz. 90: 1678, Van Heussen vertrekt naar Huissen.
A.J. van der Ven, Wat er met het stoffelijk overschot van den apostolisch Vicarus Johannes van Neercassel geschiedde. In: A.A.U. LXII (1938 ), blz. 291-308.
Blz. 291: 1686, Neercassel te Huissen
Blz. 723: 1703, pastoor Fox te Amsterdam bericht Keulse nuntius dat Hollen pastoor Van der Borch is opgevolgd
Blz. 757: 1704, De Cock meldt Propaganda, dat Hollen zijn pastoraat uitoefent op gezag van Roskam.
A van Lommel, Brieven betreffende R.K. Kerkelijke aangelegenheden van Noord-Nederland (1687-89). In: A.A.U. V (1878), blz. 1-47.
Blz. 8: 1675-1679 Petrus Codde in Huissen.
J. Kleijntjes, Jansenistische Beroeringen omstreeks 1690. In: A.A.U. XLIIII (1919), blz. 157-304.
Blz. 289: Van Neercassel verblijft te Huissen
Blz. 294 Van Beest heeft te Huissen gewoond.
D. de Kok, Het katholicisme te Aerdt en omgeving onder den Vicarius Apostolicus Petrus Codde. In: B.M. Gelre XXXVIII (1935), blz. 183-194.
Blz. 186: 1693, Pastoor van Huissen vindt, dat de pastoor van Aerdt hulp kan gebruiken.
Blz. 187: Bespreking van de brief die op blz. 191-192 staat.
Aerdt werd voor de komst van pastoor Verhoeven bediend door o.a. de pastoor van Huissen
Blz. 191-192: 1693, 11 april. Verklaring van H. van Deventer en J. Helling opgemaakt te Huissen.
P. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw. (2 dln.) Hilversum, 1968.
Dl 1: Blz. 3, 34, 94, 114-115, 183, 216, 255, 257, 304.
Dl 2: Blz. 32, 165, 167-168, 170, 180, 219.
Hugo Franciscus van Heussen. In: Med. H.K.H. jrg. 5 (1979/1980), blz. 267.
J.H.F. Zweers, Huissen in het conflict Rome-Utrecht 1701-1712. Huissen, 1987.
M.Th.J. van der Vorst, Holland en de troebelen in de Hollandse Zending 1702-1727 (Diss. Nijmegen, 1960).
Blz. 38: Van Beest rector van het St. Elisabethsconvent
Blz. 52: Neercassel en Codde vertoefden te Huissen
Blz. 143: Damen benoemt Van Beest in 1709 tot pater van het St. Elisabethsconvent.
Blz. 189: 1718, Bijeenkomst van prelaten te Mechelen. Van Bijlevelt dient domicilie te kiezen in Emmerik, Huissen of Arnhem
Blz. 190: 1719, Bijlevelt komt naar Huissen maar de nonnen weigeren hem op te nemen
Blz. 191: Bijlevelt logeert bij pastoor Hollen van Huissen.
P. Polman, Romeinse Bronnen voor de kerkelijke toestand der Nederlanden onder de Apostolisch Vicarissen 1592-1727. Deel IV 1706-1727. (R.G.P. deel 97), ’s-Gravenhage, 1955.
Blz. 78: 1707, Hollen is onwettig pastoor van Huissen
Blz. 82: 1708, Hollen is onwettig pastoor van Huissen
Blz. 99: 1708, Damen heeft de rector van het St. Elisabethsconvent tot andere gedachten gebracht.
Blz. 165: 1710, Jaarbrief van pater Van Beest aan de Propaganda te Rome
Blz. 179: 1710, Van Beest genoemd als pater van het convent
Blz. 191: 1711, Verzoek van de baron van De Doornenburg of Hollen op het kasteel missen mag lezen
Blz. 200: 1711, Advies van Keulse nuntius op Van Beest tot vicaris te benoemen
Blz. 241: 1714, idem door H.J. van Susteren aan mrg. Santini
Blz. 292: 1716, Van Beest genoemd als pater van het convent
Blz. 344: 1717, Van Beest opnieuw kandidaat voor het vicarisambt
Blz. 374: 1718, Bijlevelt is bereid zich in Huissen te vestigen.
A. van Lommel, Missio Foederatus Belgii seu Missionis Bataviae Descriptio quam Rmus Dmus Theodorus de Cock Deposito provicarii munere S R Congregatio obtulit A° 1706 Nunc primo edictit. 's-Gravenhage, 1879.
Blz. 138: Huissen.
A. van Lommel, Naamlijst der E.E. Heeren Pastoors van de Hollandsche zending over de jaren 1710 tot 1770. In: A.A.U. II (1875), blz. 140-160.
Blz. 145: 1709-1738 Van Beest rector St. Elisabethsconvent
Blz. 150: 1739-1740 Van de Broek rector St. Elisabethsconvent
Blz. 150: 1732-1786 Van Eymeren kapelaan in Bemmel en Huissen
Blz. 160: 1782-1783 Goders rector St. Elisabethsconvent.
J.S. van Veen, Petrus van Beest (Pater van het Zusterhuis te Huissen overleden 8 december 1738). In: A.A.U. XXIX (1903), blz. 58.
A. van Lommel, Naamlijst der E.E. Heeren Pastoors van de Hollandsche zending over de jaren 1710 tot 1770. In: A.A.U. IV (1877), blz. 116-147.
Blz. 120: 1703-1743 Hollen pastoor te Huissen
Blz. 127: 1743-1789 Kölcken pastoor te Huissen
Blz. 134: 1751-1782 Van Ooyen rector St. Elisabethsconvent
Blz. 136: 1680-1717 Pilsen kapelaan in Bemmel en Huissen.
A.M.P. Nederend-Goris, Een groot Huissens ingezetene. In: Med. H.K.H. jrg. 17 (1992), blz. 122-123.+
Betreft Stephanus van Lenth.
A. van Lommel, Romana id est: ea quae sedes apostolica sive per se sive per ministros: E.E. D.D. Cardinales illmos D.D. . Nuncium et internuncium fecit in causa illmi Dni Petri codde Archiepiscopi Sebastheni ac Theodori de cock provicarii apostolica per faederatum belgium ab anno 1702-1705. In: A.A.U. IX (1881), blz. 72-122.
Blz. 75: Hussiae
Blz. 84: Hussiensis
Blz. 101: 1702, 3 december. De internuncius aan R. van der Burg, pastoor te Huissen.
Eerste Brief aan den ... Heer Joannes Baptista Bussius ... Apostolische Nuntius te Keulen over zekere Bulle aanzeggende het Jubilee; door Hem verkondigt den 1. Mey A° 1708. uit het Latyn vertaalt, en door den Vertaalder met nieuwe Byvoegzels opgeheldert. z.p.,z.j.
Blz. 11: Huissen en daarnaast twee brieven over de kerkelijke situatie te Huissen in 1708.
Brief Uyt den Kleefsen Konincklijken Souverainen Raad van den 30 Mey deses Jaars 1708 gesonden aen d'Heer Drost van Hussen, waar in aan de Vicaris der Rooms Catholyke Parochie Kerck binnen Hussen het aannemen van de jongste Jubilée Brief ... en van alle Roomse Mandata, die ruststoorend zijn, streng verbooden werd: ...
Betreft een aparte gedeeltelijke uitgave van de bovenstaande Eerste Brief aan den ...
J.F. Vregt, Het Apostolisch-Vicarisschap van Johannes van Bijlevelt. II. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. II (1874), blz. 1-48.
Blz. 9: Over de komst van Bijlevelt naar Huissen.
H.J. Allard, Bekeerlingen onder de Geestelijkheid van 't Haarlemsche Bisdom. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem.II (1874), blz. 276-361.
Blz. 343: 1721, Pastoor Hollen behoort tot de "bekeerlingen".
A. van Lommel, Toestand der Hollandsche Missie tusschen de jaren 1721-1724 (fragment). In: A.A.U. XXII (1895), blz. 155-225.
Blz. 219: Beschrijving van kerkelijke situatie in Huissen.
A. van Lommel, Verslagen door de Kerkelijke overheid ten jare 1741 ingediend bij de nuntiatuur te Brussel. In: A.A.U. I (1874), blz. 59-117.
Blz. 66: 1732, 10 december. Hussiae
Blz. 72: 1703, 3 augustus. De Huyssia.
J.C. van der Loos, Eene priesterlijst van 1741. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. XLVII (1931), blz. 62-90.
Blz. 82: "In den Ketel/Migrante in de Rdo Dno Theod van den Broek ad monialis in Huissen, successit anno 1739, 27 Apr.,".
A. van Lommel, Batavae Status ejusque Stationum et Pastorum Catalogus. deel jussu Sae Congregationis de Prop. Fide sub auspicis Exmi ac Rmi Joannis Caroli Molinari Archpi Damasceni Nuncii Bruxellensis ejusdem Missionis Superioris a Bartholomaeo Soffredini ejus auditore accurate expositus. Anno 1758. In: A.A.U. VIII (1880), blz. 303-407.
Blz. 404: Huyssen.
A. van Lommel, Relatio status missionis Batavae ab 1763 ad 1775 producta sub auspiciis excellentissimi et reverendissimi domini Thomae Mariae Ghiline archiepiscopi Rhodiensis, apostolici in Belgio nunti et ad ejusdem Batavae missionis regimen a sanctissimo patre dupatati, a Joanne Maggiora ejusdem excellmi Di Nuntii apostolici auditore deposita. In: A.A.U. VIII (1880), blz. 110-162.
Blz. 142: Hussiae
Blz. 160: Huyssen.
P. Polman, De reizen van de Brusselse nuntius Ignazio Busca door de Hollandse zending (1778, 1780, 1783). In: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland. 4 (1962), blz. 56-74.
Blz. 60-61: 1780, Busca vormt te Huissen 25689 katholieken
Blz. 67: Vormelingen te Huissen
Blz. 69: Verslagen van Busca's reis naar Huissen.
J.H.F. Zweers, Stop de muziek. (Pastoor Kölcken en de zondagsheiliging in 1772/1773). In: Med. H.K.H. jrg. 45 (2020), blz. 108-110.
H.W.J. Derksen, Historiepenning uit 1780 herinnert aan vormseltoediening te Huissen aan 25.689 katholieken In: Med. H.K.H. jrg. 4 (1978/1979), blz. 53, 87-88, 95.
Prentje vormsel 1780. In: Med. H.K.H. jrg. 21 (1996), blz. 173.
J.L.L. Taminiau, Geschiedenis van Elst in de Over Betuwe en zijn R.K. Parochie vanaf het jaar O.H. 690 tot op onze dagen. Utrecht, 1946.
Blz. 95 en 140: Over het misgaan te Huissen in de 17e eeuw
Blz. 120-122: Over kanunnik Johan Hoppensack, die het pastoraat waarnam
Blz. 234: Over Huissense parochies bij dekenaat Elst.
Thomas H. von der Dunk, De katholieke kerken van Gelderland in en uit de Bataafse en Franse tijd. In: B.M. Gelre LXXIX (1988), blz. 104-136.
Blz. 114: Katholieken in Angeren eisen een eigen kerk. Ze moeten echter in Huissen blijven kerken.