Stadsrekeningen van Huissen 1697 - 1749


Stadsrekeningen zijn voor de kennis van de lokale geschiedenis een rijke bron van informatie. Niet alleen worden we geïnformeerd over de financiële situatie waarin de stad in dat jaar verkeerde, maar we vinden in de rekeningen posten die verhaaltjes op zich vormen. Zo was er in de winter van 1743-44 hoog water rond de stad, hetgeen de stadsmuren bedreigde. Burgers werden opgeroepen voor dijkwacht en herstelwerk aan dijk en stadsmuren. Hiertoe werden ze op een “degelijke” manier aangemoedigd en beloond:

- Will. Beumer bij de geseide Watersnoot op den Dijk geleevert 2 kannen genever, per kan 9 Stuivers ad 18 Stuivers.

- Jan Scholten voor het leveren van eenige karren mist bij de Waters-gevaar gebruijkt tot behoud van de Stads muuren, bedongen voor 6 guldens,

- Bij het omvallen en instorten van hetselve gat in de Stads muur, de Borgers en Ingeseetenen tot encourageringe gegeven aan genever en Toebak alsmede aan Kaerssen bekostigt luijt Reekening en quitantie ad. 3 guldens.

We lezen in de stadsrekeningen veel over de dagelijkse gang van zaken in de Stad Huissen. Zoals: wie de bestuurders waren, wat zij aan vergoeding (salaris) ontvingen, wie er in dienst was van de stad tegen welke vergoeding.
Wie belasting of pacht betaalde aan de Stad staat ook steeds vermeld: het verpachten van de tabakswaag en de kersenwaag, de pacht van het Looveer. etc. Naast de financiële informatie bevatten de stadsrekeningen ook veel gegevens die voor genealogen interessant zijn.

De originele rekeningen bevinden zich in het Gelders Archief in Arnhem. Ze zijn afkomstig van de Kleefse “Krieges- und Domaenenkammer”. De oudste -ons bekende- stadsrekening dateert van 1697. De hier gepubliceerde stukken (die een hiaat vertonen van vele jaren) zijn te vinden in de Verzameling Domeinadministratie van Huissen onder de naam “Stads- en Cammereij-rekeningen van Huissen 1697-1805”, Eerdere en mogelijk latere jaarrekeningen zijn verloren gegaan bij het verbranden van het stadsarchief in de koude winter van 1795 door Franse militairen.

Ter illustratie een deel van de rekening uit 1745-1746

 
1745-1746
            

 Stadsrekening

Blad 1

Rijks Archief Gelderland Archiefblok   0367 invnr2

Cammerij Rekening

der

Stad   Huissen

over

Ontfangst   en Uijtgave

ook

blijvende Bestand en Voorschott

Pro Trinit. 1745/46

Blad 2

Bij Herschende   Regeringe

des

Allerdoorlugtigsten Grootmagtigsten Vorsten ende Heeren, Heeren

Friderici

Konig in Pruissen   Marckgraaff

tot Brandenburg des Heiligen Roomschen Rijks Ertz Cammerern ende Keurvorsten etc. etc. etc.

Sijner Koninglijke Majesteijts

Regeeringe in het 7de Jaer

Blad 3                                                Folio 2

Magistraat Persoonen
in de
Stad Huissen

Borgermeester                   Wilhelm Frederik Bartz
                                           en als oudste Schepen
Schepenen                        Everhard van Laar
en
Als Rentmeester               Gosewijn Gertsen
                                          Marthin Smits
Secretaris                         Johan Rabo Bernhard Veeren

                                                                          

Raads-Verwandten         Gerhard van Eijmeren

                                                                    et

                                          Johan Buddingh

Blad 4
Luit         Bijlage Sub Lit A

Bestand

Gl

St dt
A

Aan Defecten

Luijt Rekenings Slot van Trinitatis 1744/45 sijn gedesecteert

11 1 -
Blad 5                                                           Folio 5
Luit         Bijlage Sub Lit

Ontfangst

Gl

St dt
Tit I
Aan staande Renthen
B 1   Renthen Erffpachten en Martini Thinsen vervallen op Marthini Voornoemd  ad 93 - 3
2   Erffpagten uijt de Stads Huijsen dewelke op Petri vallig zijn ad 56 12 -
3   Erff Pagten uijt de Stads hooven zijnde vallig op St. Petri ad 108 14 -
                                                   Sa van Staande Renthen 258 6 3
Stemt met den nieuwen Etat Overeen
Blad 6                                                           Folio 6
Luit         Bijlage Sub Lit

Ontfangst

Gl

St dt
Tit II
Van het Loo-Veer
B.B. Het selve is aan Willem Van Buerick verpagt ingevolge aldergenadigste approbatie dd. 30sten April 1744. s’Jaarlijx voor   ..................................................... hebbende dese Pagt den aanvang genomen 1mo Maij 1744. zijnde dit also het 2de Jaar en dus voor 3. Jaaren verpagt sijnde, komt de pagt met Maij 1747 te expireren. 138 - -
C.

Nog van het Stads Veer op Arnhem, hetwelk in praesentie en met Ratificatie van den Heer Krijgs Raad als Commisi: Loci den 14. Maij 1743. voor den tijd van 4. Jaaren aan Willem Pas en Willem Snitzeler verpagt is, Jaarlijks voor

waarvan dit het 3de Jaar is, dus dat de pagt komt te Expireren met Maij 1747.

38

-

-

Summa 176 - -
Ontfangst:       f   176   -   -
Etatsquant          145     -   -
           Plus       f   31     -   -
Ratio Terwijl het Loo-veer in consideratie van de geschiede inhibitie wegens het ongepermitteert aengeleijde Vehr op den Scherpenkamp veel duerder als in voorige jaaren verpagt is.


etc., etc., zie verder de download-pagina