Een Huijs, Hoff, Tabacks, Weijde en Bouwland op den Hogen Woerd
Uit Mededelingen, jaargang 8, 1983, nr. 2

Hogewoerdvoorblad

(RAG 9 Cleefse Encl, 2944 409/ 6 febG 1783)

Dr. ir. JO van Bragt te Wageningen wijdt de hiernavolgende bijdrage aan de ruim 250 jaar durende periode (vanaf 1685) dat zijn voorvaderen te HUISSEN woonachtig zijn geweest. Het
gaat hier om de protestantse familie VAN BRAGT, die niet verward moet worden met de katholieke familie VAN DEN BRAGT,  die sinds de eerste helft van de vorige eeuw in Huissen woonachtig is met de vestiging van de Oirschotse klompenmaker Nicolaas van den Bragt, geboren te Oirschot 2 aug. 1815, die in Huissen trouwde met Wilhemina Willemsen (geboren Huissen 5 juni 1817)

Ruim driehonderd jaar geleden: op 17 april 16505 trouwden te Arnhem (geref.) Jan Pieterszoon van Bracht uit Maasbracht en Naleken Buddingh uit Opheusden.
Na een kort verblijf te Elst (aantekeningen in het lidmatenboek, Pinksteren 1684) vestigt de familie zich in Huissen. Het lidmatenboek aldaar vermeldt op 14 december 1685: Naleken, haar dochter Sophij en haar oudste zoon Jan met zijn tweede vrouw Grietjen Jansz. Tot ruim 250 jaren na deze datum zijn er leden van deze familie in Huissen. In burgerlijke en kerkeiijke archieven vinden we een en ander over de handel en wandel van diverse van Brachten: Lidmaatschap van de kerkeraad (1691) geboorten, huwelijken, overlijden. De naam gaat daarbij geleidelijk over naar Van Bragt
Ook vinden we gegevens over koop en verkoop van onroerend goed. Nóg staat op de Hoge Woerd 8 (kadastraal bekend sectie G nr. 696) het "Huijs" met bijbehorend land, ooit gekocht en bewoond door Van Bragten, thans eigendom van de fam. G. Wolters. In het volgende enkele fragmenten van de geschiedenis van huis, grond en Van Bragt.
De notities in het Hypothekenboek van Huissen (RAG; Cleefse Encl. 2986, f 39) vermelden als eerste eigenaar Willem Barten, die het land in 1731 kocht van Hendrik-Krinen. Het stuk land was groot 3 Morgen; er wordt geen melding gemaakt van een huis. Het stuk van 3 Morgen is twee keer zo groot als thans het perceel kad. bekend sectie G, nr 0696, dat de oostelijk gelegen helft is van dat stuk, en dus 1 1/2 morgen in oppervlakte. Op 28 april 1752 koopt Gerard Coenen, gehuwd met Wilhelmina Teunissen,- de 3 morgen voor 150 Hollandse guldens van de erven Willem Barten. Hun zoon Weijer is minderjarig als Wilhelmina overlijdt. Daarom wordt in een magenscheid te Huissen op 21 april 1756 (RAG, Cleefse Encla 2943, f 199) met o.a. Gerrit Coenen en zijn aanstaande bruid Clara Zegers de voogdijschap over Weijer geregelde Een volgende interessante datum is 27 juli 1773 (RAG, Cleefse Encl. 2943, f 235). Dan verschijnen Gerrit Coenen en Clara Zegers, "zij vrouwe met haren man voorn: geassisteerd". Geleend wordt een bedrag van 200 gulden, en wel van Johan Hendrick Plancken, schrijn- en stadsrentmeester van Emmerik en zijn echtgenote Geertruida Felderhof. Als onderpand voor deze lening dient Clara Zeger hofstede op de Hoge Woerd gelegen, bestaande uit "Huijs, Hoff, Boomgaard, Bouw en groot 3 morgen Op het stuk land van 3 morgen is dus kennelijk tussen 28 april 1752 en 27 juli 1773 een "Huijs" gezet. Uit het huwelijk van Gerrit Coenen met zijn tweede vrouw Clara Zegers wordt hun zoon Derk geborene Op 6 februari 1783 (RAG, Cleefse Encl. 2944, f 409 V) verkoopt Clara Zegers, weduwe van Gerrit Coenerts de haar toebehorende helft van de eigendommen, die zij met haar stiefzoon Weijer en haar eigen zoon Derk in gemeenschap heeft bezeten voor 657 guldens Als nieuwe eigenaar wordt vermeld (RAG, Cleefse Encl. 2986, f 39) Weijer Coenen, en het bedrag van 1314 Hollandse guldens. Weijer Coenen verkoopt op 28 oktober 1801 voor 1300 gulden de hoffstede groot drie morgen genaamd den Hooge Woerd" (RAG Cleefse Encl. 2949) aan Jan Meijer, die op 2 april 1805 (RAG, Cleefse Encl. 2951) zijn bezit voor 1400 gulden verkoopt aan Hendrick Nijenhuis.Hendrick was gehuwd met Mechteld van Beek, die op 18 oktober 1806 te Elden overleed. Bij magenscheid (RAG, Over-B.33B, p. 118 v/o, 119, 120) van 13 april 1808 werden Hendrick o.a toegewezen: De hofstede de Hoge Woerd, groot 3 morgen, onder Huissen. En ook een stuk bouwland van 4 morgen met een huis daarop, Dit stuk grenst ten oosten aan het eerder genoemde perceel van 3 morgens en ten westen aan de (toen nog bestaande) Huissense Zeeg.  Op 8 juli 1813 middags om 5 uur is er een openbare verkoping ten huize van Frans Claassen, herbergier, wonende aan de Brouwketel onder Huissen. Hendrik Nijenhuis biedt dan een aantal onroerende goederen ter verkoop (Not. Arch. Bemmel, 144, no. 282 + 290,  Van Rees).
Het zijn:
1. "Een Hofsteede bestaande in huis hof, boomgaard en tabaksland gelegen onder Huissen den hoogenwoerd genaamt groot ongeveer een en drievierde morgen" ( ha, 48 a en 43 ca) " thans bewoond door Hendrik Wolters" ….
2. Een stuk bouwland met dezelfde oppervlaktes en aan de oostkant grenzend aan perceel 1
3. Een stuk bouwland van ongeveer 4 morgen dat aan de oostkant grenst aan perceel 2 en aan de westkant aan de Huissense Zeeg. Dit stuk werd "oudslands Dres genaamt'

Bij deze verkoping wordt het stuk van 3 morgen dus in twee delen van elk 1 3/4 morgen aangeboden. Het enige stuk, dat op deze verkoping in andere handen overgaat is no. 1 :
Op 15 juli 1813 wordt "Jan van Bragt particulier demeurant à Huisen" de eigenaar, voor 3150 Franse franken, dat is in die tijd ongeveer 1500 Hollandse guldens.Deze Jan van Bragt is een nakomeling in eerste lijn van de genoemde Jan en Naleken die in Arnhem trouwden op 16 april 1650. Jan werd te Huissen geboren op 8 januari 17885 en overleed aldaar op 29 oktober 1867. Hij trouwde te Huissen op 14 januari 1813 met Theodora Catharina Verburgt, geboren te Bemmel op 14 juni 1787 en overleden te Huissen op 6 januari 1875. Theodora Catharina was een dochter van Breunis Verburgt uit Bemmel die gehuwd was met een telg uit een oud notabel Huissens geslacht. Anna Sophia Geertruid Veeren, een dochter van Theodoor Caspar Coenraad Veeren en Maria von Himberg. Omstreeks 1800 overleden een aantal familieleden (Veeren en Von Himberg) van Theodora Catharina Verburgt, en deelde zij in een aantal nalatenschappen. Dat blijkt o.a. uit een stuk, getekend op 25 december 1811 , waarin Theodora de heer Rombout van Riemsdijk, lid van het ambtsbestuur van de Overbetuwe en wonende te Bemmel machtigt haar te vertegenwoordigen inzake de nalatenschap van haar tante, Albertje Veeren, Theodora woont dan als dienstbode te Haarlem, bij Edmond van Vredenburg in de Janstraat (Noto Arche Berne  mel 143, no. 57). Op 23 september 1812 is ze weer in Huissen (Note Arch. Bemmel 143, no. 103). Het is mogelijks dat deze en andere nalatenschappen (zie ook Noto Archa Bemmel 143, no. 103, no e 202 + 209, noo 206) Jan en Theodora in staat stelden tot eerdergenoemde koop.

Jan van Bragt en Theodora Catharina Verburgt kregen 11 kinderen. Na Johanna Theodora (Arnhem, 8 januari 1811) en Geertruida Anna Sophia (Huissen, 4 maart 1813) werd te Huissen op 1 juli 1815 Jan Willem geboren, hun eerste zoon. Aan deze zoon verkocht Jan in 1864 zijn onroerend goede Jan Willem was te Huissen op 6 februari 1851 getrouwd met Elisa Looijs. Ze kregen 8 kinderen. Na Johanna Dorothea (Huissen, 16 december 1851) werd hun eerste zoon geboren, Jan (Huissen, 16 maart 1853). Deze Jan is mijn grootvader. Hij kreeg op 6 juni 1885 zijn attestatie (NH) wegens vertrek naar Arnhem.
Uit zijn huwelijk met Catharina Hendrika Nijman werd te Schaarsbergen op 15 juli 1897 mijn vader Breunis geboren. Op 11 april 1881 overleed Jan Wi!lem van Bragt, waarna zijn weduwe Elisa Looijs het bedrijf voortzette. In 1896 werd het eigendom op haar overgeschreven, en in 1908 op de tweede zoon uit haar huwelijk, Hendrik Willem  geboren te Huissen op 27 oktober 1861 en aldaar op 30 april 1902 getrouwd met Neeltje van Reeden. Hendrik Willem overleed te Huissen op 11 maart 1926, Neeltje op 26 juni 1926. In 1928 werd hun bezit overgeschreven op hun kinderen Albert en Jan Willem.
In 1932, na het overlijden van Jan Willem, op Albert. In 1964 werd het geheel verkocht aan J. B. Maters, wiens erven het verkochten aan de fam. Wolters. Dank zij de gastvrijheid van deze familie en de hulp bij het historisch onderzoek gegeven door leden van de Historische Krings heb ik een onvergetelijke kijk gekregen op "Huijs en Bouwland op den Hogen Woerd gelegen" .

DR. IR. J. VAN BRAGT