Enige oudheidkundige aspecten van de Malburgse Polder
Uit Mededelingen, jaargang 4, nr. 6 (1978/1979)
Door : RUUD BORMAN
Het verleden van de Malburgse Polder (tot voor kort grotendeels Huissens territoriurn) is eigenlijk pas sinds kort, letterlijk en figuurlijk aan de oppervlakte gekomen. Nog niet zo lang geleden was er over dit gebied nog maar bitter weinig bekend en de archeologische vondsten waren op de vingers van één hand te tellen. De heer Th.H. Janssen, voorzitter van de Historische Kring Huessen, was eigenlijk de eerste, die zich serieus met het verre verleden van de polder ging bezighouden en van hem ook heb ik, mede voor dit artikel , veel verzamelde gegevens ontvangen.
Een aantal recente vondsten heeft er toe geleid, dat het gebied wat meer in de belangstelling van de oudheidkundigen kwam. In dit artikel zal ik me beperken tot de periode, die vooral in archeologisch opzicht van belang is, te weten de pre- en protohistorie en de late middeleeuwen.
In de eerste plaats dan nu een beknopte verkenning in het omringende gebied teneinde het geheel in een duidelijke context te plaatsen. Met de prehistorie zijn we snel kiaar. Vondsten uit de Oude— en Middeneesteentijd zijn vooral op de hogere gedeelten der stuwwallen aangetroffen (Wageningen, Renkum, Posbank). Nederzettingen en begraafplaatsen uit de Nieuwe Steentijd moeten we zoeken langs de Renkumse Beek, op de Ginkelse heide en bij Schaarsbergen, een aantal losse vondsten ook in de directe omgeving van Arnhem. Opvallend op de verspreidingskaart is , dat zich vanaf Doorwerth een lange gordel van grafheuvels over de hogere delen in noordoostelijke richting tot Schaarsbergen uitstrekt en daar plotseling abrupt wordt onderbroken. Ze komen verder naar het oosten niet meer voor. In de Bronstijd is de bewoning ten noorden van de Rijn ook al in iets lagere gedeelten (Ruysdaelstraat met huisplattegronden) geconstateerd terwijl er dan eveneens sprake is van nederzettingen in de Betuwe (Hien, Dodewaard). In de IJzertijd vestigt men zich op vele plaatsen, die tot dan toe onbewoond waren gebleven (voorzover bekend op dit moment) : Arnhemse binnenstad, Driel, Elst, Huissen en Bemmel.
In de Romeinse tijd, waarmee we in de Protohistorie zijn gekomen (Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen), is zelfs op vele plaatsen van een intensieve bewoning te spreken. Op de stroomruggen bezuiden de Malburgse winterdijk worden talloze inheems-Romeinse nederzettingen aangetroffen en in enkele gevallen ook puur Romeinse bewoning (Elst). Uit de periode der volksverhuizingen is weinig bekend; zowel bodemvondsten als schriftelijke berichten ontbreken vrijwel of geheel. Daarin komt verandering in de Merovingische periode. Grafveldjes met bijgiften zijn van meerdere piaatsen bekend (Doorwerth, Huissen, Lent) . In Huissen deed de heer Janssen een aantal interessante vondsten in een Frankisch-Merovingisch grafveld uit het einde van de 7e eeuw.
Ook zijn er in deze periode weer wat schriftelijke gegevens, O.a. over de kerstening en het stichten van kerkjes. In de Karolingische periode (ca. 750-900) komen we veel namen tegen van nederzettingen, die ook nu nog bestaan. Veelal bevinden zij zich op plaatsen, waar ook in de Romeinse tijd al werd gewoond. Daarmee zijn we terechtgekomen Bij de MALBURGSE POLDER , want de oudste vermeldingen met betrekking tot deze polder dateren uit de 9e eeuw.
Of er eerder echte bewoning in dit gebied is geweest valt moeil ijk te zeggen. In de buurtschap Malburgen zijn wel enige Romeinse zaken aan het licht gekomen, maar hierbij handelt het om zogenaamde losse vondsten, die zonder verdere samenhang zijn aangetroffen. Het betreft hier een bronzen steelpan, die uit de Rijn werd opgevist, en een inscriptiesteen, gewijd aan Hercules Magusanus, de voornaamste god der Bataven, en aan Haeva (waarschijnlijk Hebe als de echtgenote van Hercules) .De steen werd vervaardigd in opdracht van Ulpius Lupio en Ulpio Ammava (burgers van Nijmegen?) . Helaas is de steen spoorloos verdwenen en er is alleen een afschrift van bewaard gebleven. (Lit. : Nederland in den Romeinschen tijd - Dr. A.W. Byvanck).
Bij het Malburgse Veer is voorts een ijzeren lanspunt met sporen van zilverinlegwerk gevonden. Deze berust in een particuliere collectie, die sinds lang in bruikleen aan het Gemeentemuseum Arnhem is gegeven (inv.nr. BH 145). Ouderdom: Romeins of Frankisch. Helemaal aan de andere kant van de polder . bij Meinerswijk, is eveneens een ijzeren speerpunt opgegraven, mogelijk Romeins (Gem. Museum Arnhem). Met de laatste vondsten zijn we bij een eigenaardig terreintje aangeland. Het bestaat uit een soort schiereilandje, in een kleiwinning ontstane plas, dat even ten oosten van de steenfabriek "De Galantijnse Waard" is gelegen.
De heer Paes, de vroegere directeur van deze steenfabriek, had al eens gewezen op het voorkomen van middeleeuws schervenmateriaal op dit terreintje. Even ten oosten ervan waren in het begin van deze eeuw al wat interessante vondsten gedaan (Gelre B&M, deel V, Beschrijving van eenige onder Elden gevonden Oudheden - Dr. W. Pleyte) te weten een loden beeldje (Romeins?), mogelijk voorstellend een jonge Bacchus, een gesmede bronzen lamphaak (Romeins ? ), twee kogelpotten en een kruik en kookpot van blauwgrijs aardewerk.
Pleyte veronderstelt in zijn artikel, dat het aardewerk mogelijk in de pottenbakkerij aan de Duno is vervaardigd (Collectie Gemeentemuseum Arnhem). Er waren dus enige aanwijzingen, dat op genoemd terreintje meer verwacht mocht worden. Tijdens verschillende proefonderzoekjes gedurende de afgelopen jaren kwam inderaad een partij aardewerk- en steengoedfragmenten aan het licht (blauwgrijs aardewerk, gladwandig en ruwwandig steengoed, volksaardewerk en meer incidenteel Pingsdorfaardewerk en kogelpotten).
Al gauw viel op, dat de vondsten zich zeer dicht aan de oppervlakte bevonden in een laag, waarvan de onderkant uit de 13e, welltcht zelfs uit de 11e eeuw, dateerde. De meest recente laag moet bij kleiwinning verloren zijn gegaan. Opvallend was voorts, dat vrijwel direct onder de genoemde laag Romeins materiaal werd blootgelegd, waaruit geconcludeerd mag worden, dat de laag van de tussenliggende eeuwe wellicht door een dijkdoorbraak of overstroming is weggeslagen. Uitgerekend deze laag was van belang om de oudste schriftelijke vermeldingen over Meinerswijk (uit de jaren 814 en 847) met archeologische vondsten te kunnen staven.
Bij een nauwkeurig onderzoek van enkele vierkante meters kon de volgende gelaagdheid worden vastgesteld:
a. een kleilaag van 15 cm dikte zonder vondsten;
b. een smalle, geelbruine kleilaag van ca. 5 cm, met fragmenten van volksaardewerk, blauwgrijs aardewerk, een bronsfragment, stukken ijzer en 17e eeuws steergoed. Deze laag is sterk vervuild met stukjes roodgebakken bouwpuin, houtskool en kleine kiezelsteentjes. Plaatselijk was een sterke concentratie van vervuiling waar te nemen en ook konden kruislings lopende ploegsporen (7 - 10 cm. breed en 7 cm. diep) geconstateerd worden;
c. op 20 cm. diepte een overgangslaag van 10 cm van klei naar ijzerhoudend zand met in het onderste gedeelte van de kleilaag fragmenten van blauwgrijs aardewerk en in het overgangsniveau enige Romeinse scherven, blauwgrijs aardewerk en ruwwandig steengoed. In de zandlaag daaronder kwam geen middeleeuws aardewerk meer voor. Middenin de laag werd een paalgat van grofkorrelige klei met een diameter van 35 cm. aangetroffen;
d. op 30 cm diepte volgde een ca. 5 cm dikke laag met Romeins materiaal: gladwandig, gevernist en inheems-Romeins. Na 35 cm verschenen in ijzerhoudende zandlaag plekken vette grijze klei. Op 45 cm diepte is de vette grijze klei één laag geworden van 6 cm dikte, doorspekt met zandspikkels. Daaronder volgden afwisselende roestzand- en kleilagen. Onder de Romeinse laag werd geen materiaal meer aangetroffen.
Wanneer we het geschetste natrekken in "De bodem van Nederland" zien we, dat het zowel kenmerken van een ooivaagbodem als van een poldervaagbodem heeft. Opmerkelijk in dit alles is natuurlijk de Romeinse laag. Het is nog steeds niet duidelijk of we hier te doen hebben met verspoeld of met oorspronkelijk "in situ gelegen materiaal . "
Het verdere orderzoek zal dit moeten uitwijzen.
WORDT VERVOLGD