De Wildeman: Historisch of folkloristisch figuur?

Bij het beeldje op het het Postkantoorpleintje

Uit Mededelingen jaargang 4,  nr. 6 (1978/79)

Over verfraaiing van het straatbeeld door de plaatsing van beelden, beeldjes, mozaiëken en plaquettes heeft Huissen (gelukkig) geen klagen. Behalve religieuze (Christus Koning, Maria van Banneux, St.Joseph, St. Elisabeth) staan er hier en daar ook verschillende profane beelden in steen of brons.
In voorbereiding is voorts een beeld van de poortwachter en op de dag, waarop beleg en ontzet worden herdacht, onthulde de burgemeester op het pleintje voor het Postkantoor een bronzen beeld van de "wildeman", de bekende figuur uit dat ludieke herden, een en ander dank zij een royale geste van het P.C.I.
Minder ludiek was, dat daarbij - zonder protest van milieubeschermers of andere actiegroepen - een fraai boompje ten behoeve daarvan het loodje moest leggen.
De Historische Kring kan er alleen maar verheugd over zijn, dat figuren uit Huissens historie en folklore in steen of brons worden vereeuwigd, die historie en folklore levendig houdend en tevens aan de verfraaiing van het stads(erf)beeld bijdragend.
De Kring hoopt ook zelf daaraaen - men leze daarover elders in dit nummer - een bijdrage te mogen leveren. Er zijn overigens nog verschillende historische en folkloristische figuren, die waard zouden zijn aldus te worden vereeuwigd.
We denken b.v. aan: de stadsomroeper, de nachtwaker/klepperman, de man-met-de-ben uit de Umdracht, de vrouw aan de stadspomp, de visvanger met zijn grote net tijdens het beleg en ontzet,de schutter aan de schietboom, de bieleman, een tuindersechtpaar in de oude klederdracht etc.
De keuze voor het beeld is tenslotte gevallen op de WILDEMAN, nadat aanvankelijk een gildekoning in brons zou worden gegoten. De betrokken kunstenaar kon met zijn ontwerp daarvoor echter geen genade vinden in de ogen van de opdrachtgevers aangezien het "beeld" van de koning niet overeenstemde met dat van Huissense gildekoning.
Een artistieke beoordeling van het beeld laten we - als niet terzake deskundig - gaarne aan anderen over. We veroorloven ons slechts de opmerking, dat de door de gemeente geplaatste en gefinancierde sokkel nogal pover is uitgevallen, gezien het daarvoor beschikbare bedrag.
Een handvormsteen ware fraaier en een kloostermop zelfs "toepasselijker" geweest, gelet op de ruige wildeman—figuur, afgezien van het feit, dat de huidige creatie identificatie met de wildeman, zoals hij jaarlijks wordt uitgebeeld, vrij moeilijk maakt. Men denkt onwillekeurig eerder aan een poelier in brons of een kippendief.
Herkenbaarheid en artistieke vrijheid hadden in deze ongetwijfeld best samen kunnen gaan. De wildeman spreekt in Huissen sterk tot de verbeelding, vertrouwd als men is met zijn jaarlijkse verschijning, wanneer hij schrik en beven verspreidt onder de jeugd. Aan zijn figuur is reeds eerder aandacht besteed (l).
Het meest bekend is de "wildeman" uit de heraldiek. Dan fungeert hij meestal als schildhouder (ténant) . Zijn lendenen zijn dan met groen omgord — een symbool van de natuurkracht - , hij heeft een sterke, ruige haardos en grote tanden, terwijl hij met een knots is gewapend. Men vindt hem ook wel geplaatst voor gebouwen als afwerend zinnebeeld.
De wildeman wordt dan gezien als de wilde jager, een personificatie van Wodan. In het kader van het herdenkingsspel, het Huissense "vuurvechten", waarin historie en folklore zo nauw met elkaar zijn verbonden én zodanig dooreengeweven, dat het niet gemakkelijk valt om van alle gebruiken en tradities de juiste oorsprong te achterhalen, is de wildeman op zijn allervreemdst en ruig, wild uitgedost.
Het liefst heeft hij een groot mes tussen zijn tanden. Men vereenzelvigt hem wel met de Moor, de bediende, die Karel van Gelre in 1502 hielp ontvluchten, maar óók wel met een Gelders spion. Onzes inziens moet hij louter als een folkloristisch figuur gezien worden, die met de historie van het beleg en ontzet niets te doen heeft, afkomstig als hij vermoedelijk is uit een ouder (heidens midzomer- later St.Jans-)feest.
Als hij inderdaad de Moorse bediende zou moeten voorstellen, dan is zijn rol daarmee toch wel in sterke tegenspraak. Op de eerste plaats zou hij ook als Moor uitgedost moeten zijn. Dat is niet het geval en voorzover uit vroegere afbeeldingen is te is na te gaan, is dat ook nimmer het geval geweest.
Op de tweede plaats zou van de "Moor" verwacht mogen worden, dat hij zich bij voortduring aan de zijde van de "Geldersen" zou bevinden. Dat doet hij niet en dat schrijft de traditie ook niet voor. Hij verkeert bij voorkeur in de stad, terwijl toch mag worden aangenomen, dat Karels zwarte dienaar nooit in de stad is geweest.
Op de derde plaats wijst zijn gevangenneming er op, dat hier per se niet de Moor kan zijn bedoeld. Deze wist namelijk integendeel zijn meester én zichzelf aan gevangenneming te ontkomen.
Ook met een Gelders spion kan hij moeiiijk worden vereenzelvigd. Daarvoor is hij te opzichtig uitgemonsterd en beweegt hij zich té opvallend binnen de stad.
De oorspronkelijke betekenis en functie van de wildeman vallen in het kader van het feest niet duidelijk te herkennen. Eerder heeft de eerstondergetekende ("Sint Jan - Sint Jansdag en de Huissense gilden" in Huissens Gilden Kroniek, 2e jrg., nr.3,pg.6-10) als zijn veronderstelling uitgesproken, dat men in het nu niet meer of slechts symbolisch uitgevoerde gebruik om de wildeman onder te dompelen (bekend als "klein Evertje verzuupen"), het onderdomnpelingsritueel moet zien, oorspronkelijk een heidens ritueel, doch later gekerstend en passend in het christelijke Sint Jansfeest, waar het herinnert aan doop in de Jordaan (2).
Het is slechts een veronderstelling, die overigens niet rijmt met de verklarirg voor de betekenis van het "klein Evertje verzuupen", die we citeerden in Mededelingen, 3e jrg.,nr. 5.
H.W.J.O./J.H.F.Z.

(1) H.W.J.Derksen, Figuren rond het spiegelgevecht: Wiideman en Bieleman in Huissense Gilden Kroniek,2e jrg.nr. 11/12, pg. 1-4.
(2) Over de Sint Jansviering te Huissen zie men:
D.J. Van Ven, Het Vendelzwaaien herleeft, Baarn, 1936.
H.W.J.Derksen, "St. Jan-in-de-zomer (24 juni), een der oudste volksheiligen in ons land", De Gelderlander, 23 juni 1964, pg. 3. id. "Historisch spiegelgevecht in de vlammen van het St. Jansvuur", in De Gelderlander, 24 juni 1954, pg. 2. id, St.Jan — midzomerfeest - in Huissen en Laren, in Huissense Gilden Kroniek, 2e jrg., nr. 11/12, pg. 5—7.

wildeman