Evacuatieverhaal van de fam. Peters van huize de Poll (Papesestraat) naar Steggerda

Inleiding
In het boek: ,,de fam. Peters een nijvere tuindersfamilie uit Huissen ”, geschreven in 1999 door Piet Willemsens uit Brummen komt een hoofstuk voor over de evacuatie van de familie Peters naar Steggerda.Hieronder vindt u, met toestemming van de schrijver, het betreffende hoofdstuk


4. GEZINNEN PETERS DOOR DE OORLOG UIT HUISSEN VERDREVEN

In het eerste hoofdstuk is reeds de rampzalige betekenis genoemd van de oorlogsjaren 1943 en 1944 voor Huissen.
Dankzij het dagboek van dè priester M.H. de Vries, destijds kapelaan in Huissen-Zand, is vrij precies vastgelegd hoe het enkele families Peters in die woelige dag: is vergaan.
Het dagboek is pas 40 jaar na de oorlog in boekvorm uitgegeven, onder de titel "Tussen glasscherven en granaten". Het telt 225 pagina's.
Voor zover het betrekking heeft op de familie Peters, zal in het navolgende een aantal stukken daaraan worden ontleend.

Luchtlanding Arnhem

Na de luchtlanding op Arnhem, op 17 september 1944, werd in Huissen zeer zwaar geschut actief. In Elst vond een tankslag plaats. Een vuurgloed scheen luguber tegen de laaghangend wolken.
In die dagen waren de mensen nog erg volgzaam. Het kerkbezoek werd pas beëindigd nadat de pastoor officieel had bekendgemaakt dat de zondagsverplichting niet meer gold!
Ietwat onnozel meldt De Vries in zijn dagboek: "Velen en vooral de bangeren maakten daarvan dankbaar gebruik".
Trouwens, kapelaan De Vries was zelf een bijzonder vroom (en autoritair!) man; geen pagina gaat voorbij of hij maakt melding van zijn priesterlijke bezigheden.
Maar De Vries was ook een krachtig organisator, die kans zag enkele honderde Huissenaren veilig het stadje uit te geleiden, en elders in Nederland een evacuatieplaats te geven.
Maar voordat de evacuatie op gang kwam, zou men in Huissen nog bijna een maand lang het barre oorlogsgeweld aan den lijve ondervinden.
Bij voorbeeld, op pagina 26 de vermelding dat boerderij Willemsens in de Laar afbrandde: "Later die dag hoorden we dat een munitiedepot in een boerderij aan de Klomp te Elst in de lucht was gevlogen".
Bedoeld is een munitietrein.

Steggerda1kl

Enkele families Peters en aanverwanten verbleven in die woelige dagen in een gemeenschappelijke schuilkelder, gelegen tussen de huizen van de families wed. H. Schrijver (tante Hentje) en Jan Mom.
Die schuilkelder was van tachtig verse strobalen geconstrueerd, en overdekt door meer dan een meter dikke laag grond. Kapelaan De Vries heeft die schuilkelder persoonlijk ingezegend.
Die verblijfplaats was door de instanties goedgekeurd en voldeed aan alle veiligheidsvoorschriften.
Vierenvijftig jaar later herinnert Piet Schriever zich nog helder het bordje dat kapelaan De Vries boven de schuilkelder had doen plaatsen: "Shelter for civilians" Schuilplaats voor burgers.
Dit opdat eventueel bevrijdende Engelsen het niet als een bunker zouden gaan beschieten! Helaas, de Tommy's zouden nog lang uitblijven!
Ook Piet Schriever geeft hoog op over de persoon van kapelaan De Vries, die destijds vaak bij hen thuis kwam.  "Hij werd door mijn moeder met alle egards ontvangen, maar het bidden heeft geen kloot geholpen!".

Nóg meer evacués

Op maandag 2 oktober werd het aantal ingezetenen van de kelder nog uitgebreid, aldus in het dagboek omschreven: "Intussen arriveert vanavond Hendrik Roelofs uit Ressen".
Die kwam met zijn gezin van Wim Zaat, waar ze reeds 14 dagen waren geweest. Op die dag vond ook het rampzalige bombardement van Huissen plaats: "Nimmer zijn we banger geweest dan op dit moment. We bestormen de hemel met onze gebeden", schrijft De Vries. Links en rechts vallen er op Huissen bommen, ook op de pastorie. Een aantal geestelijken worden hierbij gedood, benevens personeel van de pastorie. Onze kapelaan beschrijft de stemming in de schuilkelder "Met grote angst en vrees gaan wij de nacht in, geheel overgegeven aan God. Wij hopen dat hij ons zal helpen in onze grote nood. Geregeld geven wij de mensen in en ver buiten onze schuilkelder de absolutie. Het was een afschuwelijke en onvergetelijke verjaardag bij onze hartelijke gastvrouw, de wed. H. Schriever"
Op 5 oktober schrijft onze kapelaan: "Wat hebben wij in die tijd gebeden, de ene rozenkrans naar de andere. Allen hadden wij deze trouwens om de hals hangen"
Op dezelfde dag wordt het erg gevaarlijk, lees maar: "We huiveren, wanneer onze dikke achterbuurman - een 15 cm kanon - vanuit de nabij gelegen boomgaard van Paul Peters begint te vuren. Dan gaat onze bunker op en neer, want dit monster is maar 60 meter van ons vandaan". Op 18 oktober meldt de Vries: "Onze veilige schuilkelder begint door te lekken, en de beide ingangen zijn door grote waterplassen en modder versperd". Van Thea WillemsensRoelofs hoor ik dat toiletgang en nog vele andere bezigheden, soms ook het eten, gewoon in het huis van tante Hentje en Mom gebeuren.
Op donderdag 18 oktober de notitie: "Alle hoop is vervlogen dat de Tommy's ons nog tijdig zullen bevrijden. We zullen Huissen moeten evacueren".
Daartoe zijn twee mogelijkheden: richting Arnhem of richting Pannerden. Voordat men laatstgenoemde richting kiest, huivert men nog een poosje in de schuilkelder: "Intussen vlogen de granaten zonder onderbreking over ons heen als een laatste macabere groet van onze Tommy's".
Als een huisvader annex commandant regelt kapelaan De Vries dat alle burgers in die buurt - ongeveer 150 personen - morgen om 10 uur zullen vertrekken, in een gesloten colonne.
De volgende dag (20 oktober) staat daar die colonne in de Geldersenhoek: volgeladen fietsen, handkarren, ponykarren; daarop vooral veel kleren en voedsel geladen.
Sommige nemen ook konijnen mee, zelfs een varken. "Daarnaast staat de hoogopgestapelde boerenwagen van de familie Hent Roelofs uit Ressen".

Barre tocht uit Huissen

Tijdens die barre tocht uit Huissen hadden velen zich getooid met witte hoofddoeken en witte lakens op de wagens, tegen vliegtuigaanvallen" Het was een zeer droevig gezicht. al die
angstige voor het grootste gedeelte lopende mensen met talrijke huilende kinderen, met oude van dagen gezeten op handkarren en kruiwagens, terwijl een klein legertje van fietsen er achteraan kwam.
Tijdens de tocht werd door velen hardop de rozenkrans gebeden.
Bij Pannerden wil men de pont over, spottend door de Duitsers toegeroepen: Ha, die Fliehende Hollander (een parodie op de Vliegende Hollander, opera Wagner).
In een lange file stonden daar meer dan 400 mensen ruim vier uur te wachten in de wind op de hoge Rijndijk. Kapelaan De Vries besteedt zijn tijd goed door langs de rijen te gaan en de mensen te bemoedigen. Ook: "Ik heb allen op de dijk de algemene absolutie gegeven". Eindelijk is het grote gezelschap de dijk over, maar dan: "Aan de overkant van de Rijn kregen we slechts met bovenmenselijke inspanning onze noodkar en de grote wagen van Roelofs uit Ressen op de dijk".
Voor één nacht kreeg de groep van ca. 300 personen onderdak bij vele adressen in Pannerden, verzorgd door een bevriende kapelaan van De Vries. De volgende dag gaat de stoet verder naar Didam.
Intussen was de groep geslonken, omdat sommige mensen in Zevenaar of elders familie hadden. Totaal uitgeput komt de groep - nu ongeveer 150 man - ' s avonds in Wehl aan.
In de volgende dagen trekt men van Hengelo (G) naar Luttele, is 40 km. Dan van Luttele naar Raalte is 20 km. Dan van Raalte naar Ommen 30 km.
Bij Luttele beleeft De Vries een pijnlijk geloofsincident: " Toen een kennelijk antikatholieke boer hoorde dat het gezelschap katholiek was weigerde hij zelfs melk voor de kinderen ".
Op 31 oktober vertrekt men uit Raalte. "We zullen dit Raalte nooit meer vergeten". Juist om de gastvrijheid bij al die katholieke mensen. "Laten we in godsnaam toch hier blijven". vroegen vele Huissenaren, maar het bevel van de overheid liet dat niet toe.
Op donderdag 2 november arriveerde de stoet in de Blesse, in Friesland bij Steggerda. In 14 dagen had men een kleine 200 km afgelegd. In Steggerda vinden velen langdurig hun vakantieadres.
Hoewel ze aanvankelijk dachten: Met vier of zes weken zullen we weer terugkeren ...
De eenvoudige Huissenaren, voor het eerst van hun leven in een ander gebied, moesten daar toch wel aan wennen. Aan elkaar en aan de andere levensgewoonten en woningen.
Op zaterdag 4 november maakt onze kapelaan melding van de goedheid van de pastoor aldaar, omdat hij - ten behoeve van zijn evacués - een van de biechtstoelen in de parochiekerk mocht gebruiken.
Achteraf denkt men dan: wat zouden al die vluchtelingen onderweg wel niet afgezondigd hebben! Op 20 november moet een groep Huissenaren verder naar het noorden. De anders zo onderdanige Huissenaren verwijten nu hun ijverige kapelaan dat hij hen niet tegen dit onrecht heeft kunnen beschermen. Ach, onze brave kapelaan had het niet altijd makkelijk. Met een club van 200 vluchtelingen - een flink gedeelte daarvan niet uit Huissen - trekt De Vries verder naar Friesland.
Op 22 november gaat hijzelf naar Stegerda terug.
De familie Roelofs uit Ressen had het eind december 1944 in Blesdijke (onder Steggerda) wel gezien; Hendrik hoopte bij de bevriende bijenkweker Schwieters in Dedemsvaart een beter adres te vinden en dat lukte wonderwel. Op aanwijzing van de familie Schwieters kon Roelofs in dat dorpje bij een caféhouder een zaaltje huren. Met paard en kar erheen. Daar heeft de familie gedurende vier maanden op zichzelf kunnen wonen; Toos en Thea konden bij het gezin Schwieters zelf worden opgenomen.

Bevrijd maar verwoest Huissen

Steggerda2klDe Huissenaren worden eind april in Drente en Friesland bevrijd, maar kunnen dan nog niet onmiddellijk naar de Betuwe terug. De altijd bereidvaardige kapelaan De Vries gaat eerst een proeftocht maken.
Op 28 april 1945 wil hij vanuit Doetinchem naar Huissen gaan, maar kan daarvoor nog geen permit krijgen. Hij is een beetje jaloers op Harry Vermeulen, die er wel in geslaagd is om Huissen eerder te bezoeken. Pas op 24 mei kon een grote groep Huissenaren uit Steggerda in het dierbare Huissen terugkeren. Het is daar één chaos!
De kapelaan schrijft "Het zal hen wel tegenvallen, als ze straks de ruïnes van hun huizen terugvinden. Ik ben zelf al over de schok heen, maar het heeft veel indruk op mij gemaakt. Toch ben je blij".
Pas op 1 juni keert een andere grote groep Huissenaren, o.a. de club Schriever, naar Huissen terug. De toen 17-jarige Annie Schriever (later huishoudster van de pastoor) schreef op 1 juni in haar dagboek: "Heel vroeg vandaag hebben we Steggerda verlaten. Het doet je echt wat, na ruim zeven maanden en ik vond het eigenlijk akelig. Ja, scheiden doet lijden.
We reden van Steggerda over Meppel naar Staphorst en genoten daar van de leuke klederdracht, en plotseling stonden we daar op 3 juni op de Rijndijk te turen naar ons dierbaar Huissen.
Even later stonden we diep ontroerd op onze Huissense bodem. Het greep ons heel erg aan. Zo mooi als Huissen er vroeger uit zag, zo treurig ziet de omgeving er thans uit. Alles puinhopen en verwoesting.
Langs de wegen liggen mijnen en kadavers van verbrande koeien met hun doordringende vieze lucht. Met man en macht zijn we begonnen de zwijnentroep op te ruimen. Met geen pen te beschrijven".
Op 5 juni zijn ook de gezinnen van Paul en Thee Peters in de Betuwe teruggekeerd. Onderweg hadden zij de oude opoe Peters "bevrijd" uit een rusthuis in de omgeving van Hengelo (G), waar men haar op de tocht naar Friesland eind oktober had achtergelaten. Jubelend!
Op die 5 juni schrijft kapelaan De Vries: "Hiermee zijn alle Huissenaren uit Steggerda en omgeving weer behouden op hun verwoeste basis teruggekeerd'.
Op zaterdag 23 juni noteer onze kapelaan opgelucht: "We beginnen biecht te horen in de pastorie, de pastoor in zijn kamer, ik in de spreekkamer". De zondige evacuatieperiode moest worden uitgewist.

InterviewSteggerda3kl
Overigens, alle dank aan kapelaan Martin De Vries, die dit alles toch maar mooi dagelijks heeft bijgehouden. Niet in handschrift, maar alles met de typemachine!
In mei 1985 heb ik een kort interview met De Vries. Hij vertelt dat hij het typen vaak bij kaarslicht heeft moeten gedaan. De kapelaan noteerde elke dag! Ook tijdens de trektocht.
Hij stoorde zich in het geheel niet aan anderen. Het boek is helemaal authentiek, niets is eraan toegevoegd of weggelaten.
Hij had het boek veel eerder willen uitgeven, maar hij kon niet eerder een uitgever vinden. De oplage bedroeg 1300 exemplaren, waarvan hij er destijds de helft' kwijt was.
De Vries is op 27 juni 1989 te Nijkerk overleden, op 75-jarige leeftijd. Al vele jaren was hij tot pastoor gepromoveerd.

Zonder kapelaan De Vries had de familie Peters wellicht de oorlog niet zo "schramloos" overleefd. In ieder geval danken we aan hem dit "mooie" oorlogsverhaal.