Hoe de Valom aan haar naam komt.
Uit de Nieuwe Koerier van 15 juli 1981.
Archief: HKH
Gepubliceerd in de uitgave van Mededelingen van de Historische kring Huessen nr. 1 / 2 jaargang 6, 1981.
Op de hoek van de Gochsestraat en de Struifstraat (thans, historisch gezien, volkomen ten onrechte ,,Stadswal” genoemd) ligt het perceel, in eigendom van de familie Mom, dat Valom is geheten. Ook het tegenover gelegen café van de familie Van Bon op de hoek van de Gochsestraat en de Karstraat draagt dezelfde naam. Het is zelfs zó, dat de naam ,,De Valom” eerder wordt geassocieerd met het café dan met het perceel, dat van oudsher de naam draagt.
De Gochsestraat werd aan de zijde van de Valom vroeger zelfs ,,Valomschestraat” genoemd, ook in officiële stukken.
De naam ,,Valom” stamt wellicht uit de plaatselijke mythologie. Er is een verhaal over die naam gepubliceerd in het kort na de oorlog verschenen ,Volk in Nood” – Oorlogsdenkboek van de Betuwe en de boorden langs de Rijn en Waal. Het heette te zijn opgetekend uit de mond van ,,een heel oud Betuwnaar”, die het vertelde in het vluchtelingenorgaan der R.K. Betuwnaren in België.
Het verhaal van de olifanten.
Het was in die tijd-zo wil het verhaal- dat de Betuwe een wildernis was vol bossen en kolken.De bewoners leefden van jacht en visserij en verbouwden alleen maar gerst en maakten daarvan brood en bier. Nu wilde het geval, dat er zich een kudde oifanten ophield, die met hun platpoten de oogst plat trapten en vernielden. Op zekere herfstdag meldden zich de afgevaardigden uit de Boven-Betuwe bij de Betuwse koning te Zetten teneinde hem om raad te vragen. De koning adviseerde hun om ‘s avonds vaten met gerstebier buiten te zetten opdat de dieren zich zouden bedrinken zodat zij ter aarde zouden vallen. De volgende dag zou men dan van de ramp bevrijd zijn. De dieren werden dronken en liepen als razenden in het rond en heel de Betuwe dreunde onder hun poten. Bomen en stronken werden uit de grond gerukt en het volk sidderde de gehele nacht. Tegen middernacht kwamen boodschappers melden dat in de Langestraat in het stadje Huissen alle olifanten hun roes aan het uit slapen waren. Het duurde niet lang of het hele volk was in de Langestraat bijeen. Wat nu gedaan ? Een der oudsten en meest wijzen zij: ,,Laten we de laatste neerschieten, dan valt de hele rij als een kaartenhuisje ineen”. Maar hij had niet aan het dikke vel gedacht. Een ander meende: , ,Schiet hem in zijn oog”. Maar de pijl had geen effect aangezien de olifant op het kritieke moment net zijn oog dicht deed. Met neerhangende hoofden keerde het volk naar de dorpen terug, waar alles was verwoest en ook geen gerstenat meer was. Opnieuw werd de koning om raad gevraagd. Deze zei: ,,Gij zijt uit hebzucht te zuinig geweest ….Gij hebt niet alle bier willen geven en daardoor hebt gij de dieren alleen maar razend en niet dronken gemaakt”. Hij vroeg waar de dieren sliepen en men vertelde hem: ,,In een bos, dicht bij Huissen”. ,,Welnu”, zei de koning, ,,gaat heenen zegt tegen het volk, dat ze bij windstilte en vóór het vallen van de avond alle bomen van dat bos onderaan op een handbreedte na, doorzagen”. Aldus gebeurde en toen men de volgende morgen ontwaakte, zag men dat het bos bij Huissen (Slingerbos ?) verdwenen was. Daarom- zo wist de oude Betuwnaar te vertellen- noemt men de weg daarheen de ,,Bosweg” (?) . Bij het verdwenen bos aangekomen zagen de mensen alle bomen kris kras door elkaar liggen en daar tussen door olifanten. Ze keken op de brede ruggen van de beesten en begrepen nu, dat dit soort olifanten zonder knieën niet anders konden slapen dan leunend tegen een boom.
De Valom
De wijze koning had dit voorzien en zo waren dus de dieren omgevallen; de mensen noemden daarom deze plaats voortaan De Valom. Op ‘s konings bevel werden de beesten stuk voor stuk afgemaakt en werd het vlees onder het volk verdeeld, terwijl andere beesten werden vetgemest en later voor consumptie gereed gemaakt. De Betuwe werd aldus lange tijd van vlees voorzien en de Valom was maandenlang een vetpot. Aldus het verhaal ,,van den alouden Betuwnaar”.
Uit de Nieuwe Koerier15-07-1981
De meeste Huissenaren ( en zelfs de huidige bewoners!) weten niet, dat de Valom een ,,tegenhanger” heeft: het iets verderop aan de overzijde van de Struifstraat/Bloemstraat gelegen perceel: ,,Stavast”. Het komt onder deze naam voor op de polderkaart van Huissen en is gelegen aan de Polseweg. Hoe nu dit perceel aan de kennelijk aloude naam ,,Stavast” is gekomen, is de Historische Kring Huessen niet bekend. Het houdt ongetwijfeld verband met ,,De Valom”, maar mogelijk heeft deze naam een andere herkomst dan die, welke ,,de aloude Betuwnaar” zo fantasierijk wist te verklaren.
Mocht u meer weten over de herkomst van de naam: ,,Stavast” en ,,De Valom” dan kunt u contact opnemen met: H.Hoen-Huissen Tel: 026-3255150
Of via e-mail