Henk Scholten
De Geer 14
6851 ED Huissen
Geboren:14-05-1927 te Huissen
Overleden: 27-12-2011 te Arnhem
Archief: Henk Scholten
Mijn Indië ervaringen.
De keuring voor de militaire dienst was in Nijmegen maar daar werd ik afgekeurd vanwege een breuk. Ik moest me binnen acht dagen laten opereren want dan kon ik nog mee naar Indie. In het Elisabethgasthuis werd ik geopereerd en verbleef daar vijf dagen. Begin 1946 ben ik opgekomen voor mijn nummer in Kamp Hulten bij Tilburg in de barakken van de arbeidsdienst die er toen nog stonden..Het onderdeel was DKG wat betekent: Dienst Kwartiermeester Generaal. Ik volgde daar een opleiding voor de infanterie.
Inschepen.
2 Mei 1946 was het inschepen in Rotterdam en met de Indrapoera (vrachtboot) vertrokken we naar Indië. De reis duurde 21 dagen en ging via de Atlantische oceaan, de Middellandse zee via het Suezkanaal naar de Indische oceaan. Uit verveling werden er nog wel rare capriolen uitgehaald onder meer werd er uit van boord gesprongen om even te zwemmen en men kwam dan tussen de haaien terecht maar er is niemand aangevallen.
Aan boord waren ook, naar wat later bleek, oud SS * ers die waren vrijwillig meegegaan en die durfden nog meer als wij. Die lui werden, toen we eenmaal in Indie waren, gelijk door de MP opgepakt en afgevoerd.
We kwamen in Medan op Sumatra aan, daar gingen enkele kameraden van boord en wij voeren verder naar Tandjong Priok en Batavia.
We werden vervoerd naar de mr.Corneliskazerne op Batavia daar verbleven we 3 dagen en daarna werden we verdeeld. Wij gingen met ongeveer 25 personen naar Tandjong Priok en werden tewerkgesteld in de haven om militaire schepen te lossen.
Als chauffeur had ik ook een motor en verzorgde de post, maar ook moest ik de nieuw aangevoerde wagens inrijden.
De wat oudere voertuigen werden gelijk het binnenland ingereden, en de nieuw ingereden wagens werden weer op de boot gezet en vervoerd naar Sumatra.
De Indrapoera
Bron: website troepentransportschepen
Ook heb ik auto-en motorrijles gegeven aan de Marva*s die in Batavia in de marinekazerne gelegerd waren. Ik heb daarna nog lang contact gehad met een zekere Toos Vogel uit Amsterdam die bij de Marva*s diende.
Ook kwam ik nog wel Huissenaren tegen o.m.Henk Brons uit de Hoeve, mijn broer Piet, Piet Leijser uit de Geldersche hoek, Jan van Gijs Peters, Bart Straatman en Piet Hetterscheit.
Bart Straatman (eig.van de Buitenpoort) heb ik een keer op de motor naar Batavia gebracht omdat hij een boodschap wilde doen want hij zou terug gaan naar Holland.
Toen we eenmaal reden vroeg ik aan Bart of hij een sigaretje wilde hebben en ik wilde hem de sigaret zo naar achter aangeven. Bart schrok zo dat ik met losse handen reed en schreeuwde: hou vast dat stuur want in ga binnenkort naar huis !
Al die jaren ben ik in Batavia in de haven gebleven, op mijn baret stond: AVP en dat betekende Algemene Voertuigen Park,gekscherend werd het ook wel algemene verkeers politie genoemd.
31 augustus 1948 Koninginnedag, een gedenkwaardige dag.
De 31e augustus is een datum die al die jaren scherp in het geheugen van mij ligt.
Het was de allerlaatste dag van Koningin Wilhelmina, maar de feestelijkheden gingen aan ons voorbij in Batavia.
Het was in Tandjong Priok toen de dag begon met een appèl. We waren verzameld op een open ruimte binnen het havengebied. Na een toespraak van de hoogst aanwezige militair-de haven commandant-en het zingen van het Wilhelmus, zat voor ons de dag erop. De rest van de dag waren we vrij en er werd niet gewerkt in de haven.
Normaal was het avondappèl *s avonds om 24.00 uur, maar op speciale dagen kon het wel eens onrustig zijn; vandaar dat het laatste appèl wordt vastgesteld op 18.00 uur. En achteraf gezien is dat wel onze redding geweest !
Op de afdeling voertuigen was een amfibievaartuig terecht gekomen, hiermee kun je zowel op de weg rijden als in het water varen. Bij landingen vanuit zee worden die voertuigen ingezet.
Niemand wist op dat moment wat we ermee zouden moeten doen.
Maar wij wisten het wel, we gebruikten het voertuig voor recreatieve doeleinden.
De zee op.
We hadden snel toestemming gekregen bij de officier van piket en met zo*n twintig man was het wegwezen geblazen. Geen lunchpakketten voor onderweg, maar wel gamellen met thee mee, want drinken in de tropen is van levensbelang.
Voor de kust van Java ligt de *duizend-eilanden-groep* en onze opzet was een tochtje naar en langs een aantal bijna onbewoonde eilanden te maken.
Alles ging perfect totdat om een uur of elf de motor begon te pruttelen en er uiteindelijk de brui aangaf. Geen nood want aan boord waren jongens die werkten op de afdeling voertuigen en die konden het defect wel oplossen.
Er was benzine genoeg, maar waar ligt het dan aan ?
Wij-de niet monteurs-maakten van de gelegenheid gebruik om overboord te springen voor een frisse duik tussen de haaien. Echter haaien zagen we niet maar wel reuze kwallen. Dus uit de buurt blijven.
Er verstreken uren en het bleek dat de monteurs de boot niet meer aan de praat konden krijgen, en we werden met de golfstroom mee langs de eilandjes gevoerd en van de kustlijn was helemaal niets meer te zien.
We probeerden met z*n allen de boot zwemmend duwend naar een eiland te brengen. Maar de eilandjes kwamen niet in zicht en ze verdwenen in de verte. Onbegonnen werk dus.
De motor werkt dus niet meer en dat betekent dat ook de pompen niet meer werkten om het overtollige water weg te pompen. We krijgen plotseling natte voeten en we zullen moeten hozen !
We zaten echt in de problemen en de enigste manier om het water weg te krijgen was om met onze gamellen, waar thee in zat, te hozen. Maar dan hebben we niets meer te drinken en dat is onverantwoord.
We kwamen erachter dat we niets bij ons hadden om te seinen, geen radio, geen rook- of vuurpijlen, en zelfs geen reddingsvesten.
Wat we zouden kunnen doen is om met zijn allen naar een eiland te zwemmen, maar we kunnen geen afstand inschatten en de haaien en kwallen ? Zijn we allemaal wel van die goede zwemmers ?
Enkele jongens durfden het aan en in de verte zie je ze af en toe kopje ondergaan. Om de boot zo licht mogelijk te houden wordt besloten om naast de boot te zwemmen, dat scheelt met water binnen krijgen. We besluiten om de thee op te drinken en het gamel te gebruiken om te hozen. Als de boot maar blijft drijven zolang is er hoop.
Het appèl om 18.00 uur.
Het wordt *s avonds zes uur en dan is het appèl, en het is al pikke donker in de tropen.
Er ontbreken een twintigtal militairen, en dat geeft de nodige paniek, waar zijn ze ?
Het amfibievoertuig is niet op zijn plaats, dus moeten ze nog ergens onderweg zijn. Het gebeurd wel eens dat een boot vastloopt in het moeras dus daar wordt eerst gezocht, echter er wordt niets gevonden.
Men wist dus niets van onze jongens, overvallen, verongelukt ?
Uiteindelijk besluit de officier van piket de marine te waarschuwen en er vaart een patrouillevaartuig uit. Zoeken op de grote Java zee naar een klein bootje is zoeken naar een speld in een hooiberg.
SOS seinen.
Plotseling zien we aan boord in de verte de lichten van een patrouillevaartuig heen en weer zigzaggen. We seinen SOS: driemaal kort, driemaal lang, driemaal kort. En maar blijven herhalen. Maar de capaciteit is te gering om door de marinemensen opgemerkt te worden.
Onze magen beginnen te knorren, en de stemming wordt er niet beter op. Ook het appèl hebben we gemist !
Koninginnedag receptie.
Aan wal was de paniek compleet, en de compagniescommandant moest op de hoogte gebracht worden, maar waar is hij ? Hij is op de Koninginnedagreceptie bij de gouverneur-generaal, van Mook, in het paleis aan het Koningsplein in Batavia. Ter ere van de laatste receptie van Koningin Wilhelmina.
Als daar het bericht binnen komt van de vermissing van een twintigtal militairen is het einde receptie.
Iedereen spoedde zich naar de haven en alle marineschepen worden getelegrafeerd om uit te kijken naar een vaartuig met militairen. Ook een verkenningsvliegtuig wordt ingezet om na het krieken van de dag op zoek te gaan.
Verbranden van kledingstukken.
Het is al ver na middernacht als enkele kameraden op het idee komen om onze uniformen in de benzinetank te doen en dan aan te steken, en dat zouden we dan ieder kwartier doen met een ander stuk kledij..Zo gezegd zo gedaan en er gaan heel wat kledingstukken in vlammen op. Ondertussen proberen we wat te slapen op de banken en het hozen gaat ook niet meer van harte. Plotseling een lichtflits, maar voor de anderen kunnen kijken is het al weer verdwenen de anderen denken dat het een grapje is en kunnen dat niet waarderen.
Dan weer een lichtflits en de anderen zien het ook, de redding is nabij !
Het marine-vaartuig met aan boord een admiraal, maakt zich vast aan onze boot. En we kunnen het amfibievaartuig eindelijk verlaten. Een van ons moet achterblijven om als roerganger dienst te doen.
We gaan richting kust, we liggen op zo*n zestig kilometer vanuit de kust dus het duurt nog wel even voordat we in de haven aankomen.
Aankomst in de haven.
Om ongeveer zes uur *s morgens varen we de haven binnen en er staat een ontvangstcomité o.l.v. gouverneur-generaal van Mook en we moeten ons melden. Omdat ik wist dat mijn broer Piet ook met de boot was gearriveerd had ik toestemming gekregen van de compagniescommandant , die uit Velp kwam en dus dicht bij Huissen woonde, om naar hem toe te gaan de volgende dag. Wel hebben we ons afgemeld met: terug van weggeweest ! Wat ik later hoorde heeft Gouverneur-generaal van Mook een donderspeech gehouden en in krachtermen die niet voor herhaling vatbaar zijn.
Onze eigen compagniescommandant heeft heel wat menselijker gereageerd. We gaan eerst een paar uurtjes slapen en daarna komen jullie maar vertellen wat er gebeurt is .
Twee van onze jongens zijn er slecht aan toe, ze hebben verbrandingsverschijnselen en moeten direct naar het ziekenhuis.
De volgende ochtend moet de marine opnieuw uitvaren om nog vier jongens,die gezwommen hebben, van het eiland op te halen.
Binnen enkele dagen moeten we voor de Krijgsraad verschijnen en hoge officieren ondervragen ons, niet over wat er gebeurd is, maar over allerlei regelementen, waarvan wij nog nooit gehoord hebben.
Strafmaatregelen tegen ons blijven uit, maar de officier die ons toestemming had gegeven om de boot te gebruiken kreeg veertien dagen arrest.
Waar wij wel voor moesten opdraaien, dat zijn de in brand gestoken uniformenstukken. Die moesten we terugbetalen.
Familie Gerichhausen in Batavia.
In Batavia ben ik regelmatig bij de fam.Stef Gerichhausen geweest Zij woonden op de Westerweg 26 en Stef was hoofd van de recherche in Batavia. Ik heb daar vele gezellige uurtjes doorgebracht en Theo Polman uit de Karstraat ging ook wel eens mee.
Voordat ik naar Indië ging wist ik al dat daar de fam.Gerichhausen uit de Hoeve woonden, dus ik vond het wel leuk om de Huissenaren daar op te zoeken.
Archief: Henk Scholten
Terug naar Holland.
Op 24 maart 1950 arriveerden we na een reis van 19 dagen met de Waterman in Holland en kwamen aan in Rotterdam.
Dezelfde dag werden we met een bus naar Huissen gebracht en toen we op de Geer aankwamen stond er veel volk, maar de eerste die mij begroette na al die jaren was onze hond Loekie. Ook muziekvereniging Volharding was aanwezig met voorzitter Everardus Vliem (Hà)
Van de buurt kreeg ik een nieuwe fiets aangeboden. Daar ben ik Zondag*s mee naar Gerrit Roelofs van Café Lombok gegaan.
Het was daar erg gezellig o.m. Hent en Up Janssen van de Olieslager waren daar maar ook Peer van het taxibedrijf uit Doornenburg,
Hent en Up stelden voor om de nieuwe fiets bij hun op de slaapkamer achter het bed te plaatsen. Toen hebben we de fiets genomen en via de opkamer werd de fiets veilig achter het bed geplaatst.
Na enkele gezellige uurtjes werd ik *s nachts om 01.00 uur door Peer naar huis gebracht.
Archief: Henk Scholten
Toos Vogel.
Toen ik in maart 1950 terugging naar Holland kreeg ik een pakketje mee van Toos Vogel (Marva) en moest die bezorgen bij haar ouders in Amsterdam.
Toen ik net een paar dagen thuis was zei ik tegen mijn ouders : ik kan het niet meer thuis houden ik ga naar Amsterdam.
Ik vertrok met mijn militaire klofje aan en vroeg in Amsterdam bij het politiebureau waar ik het ouderlijk huis van Toos kon vinden, zij boden mij aan om me weg te brengen.
De ouders wisten niet wat ze zagen toen ik daar voor de deur stond en schrokken behoorlijk.
Daarna heb ik geen contact meer gehad met die familie.
Tot op een zekere dag na ongeveer 30 jaar Annie Roelofs uit de Karstraat in de bus zat naar haar werk en naast haar een dame had plaatsgenomen die tijdens het gesprek vroeg waar ze vandaan kwam. Annie zei ik kom uit Huissen en de dame woonde in Duiven en ze vroeg ken je dan een zekere Henk die in Indië geweest is ? Annie vroeg heb je daar een foto van ? Nee, maar ik breng deze week een foto mee en kunnen we kijken wie het is.
Zo gezegd zo gedaan in die week trof Annie de dame weer in de bus en ze had de foto bij zich. Annie heeft de foto meegenomen naar Henk Kruijs die tegenover haar woonde en toen bleek dat het Henk Scholten van de Korte was die op de Geer woonde.
Enkele dagen later kwamen drie dames uit Duiven met de fiets naar Huissen om Henk op te zoeken. Ze reden eerst een tijdje op en neer in de Geer en toen belden ze aan bij Henk.
Henk was zeer verrast dat het de drie vrijgezelle dames waren die samen bij de Marva hadden gediend in Indië en nu in Duiven woonden.
Het contact is nog wel enkele jaren gebleven maar toen een van de dames ziek werd en overleed is het contact, ook mede door hun verhuizingen, verbroken.
Ereteken voor orde en vrede.
In 1951 werd op Beloken Pasen door de Gemeente Huissen een reünie georganiseerd voor de Indië veteranen en in 1952 heb ik het ereteken voor orde en vrede ontvangen, uitgereikt door burgemeester dhr.F.Terwindt van Huissen.
Archief: Henk Scholten
Oranje Nassaumijn in Heerlen.
Eenmaal terug in Huissen kwam ik weer in mijn tuindersvak terug op de Geer bij mijn ouders.
Na enkele maanden ben ik naar Heerlen gegaan om te werken in de Oranje Nassaumijn 1, en heb daar tot 1966 gewerkt. De eerste acht jaren ondergronds en toen 6 jaren bovengronds.
In 1955 ben ik in Heerlen getrouwd met Dies van Zwaay uit Huissen die daar woonde, want de moeder van Dies was voor de tweede keer getrouwd met Theo den Hollander die in Apeldoorn woonde en die zijn toen verhuisd naar Heerlen.
In 1966 ben ik met Dies terugverhuisd naar Huissen op de Geer 14.Daar heb ik gewerkt bij de firma Heijting a.d. Polseweg. In 1980 ben ik afgekeurd en heb daarna samen met Dies op de oude tuinderij onze hobby*s kunnen doen.
We hebben twee kinderen gekregen: Gerard en Ineke. Gerard woont nog bij ons op de Geer en Ineke woont in Eibergen.
We hebben nu zes kleinkinderen en daar zijn we erg trots op. Omdat onze gezondheid er niet beter op wordt is het moeilijk om de veteranenreünies te bezoeken. Ik ben vaak in Bronbeek geweest, maar nu zouden we het fijn vinden als er weer zoiets zou worden georganiseerd maar dan bijvoorbeeld binnen onze eigen gemeente Lingewaard.
Henk Scholten
23 september 2010.
Opgemaakt door: H.Hoen-Huissen